Daar staat ze dan. In de kliniek. En wat had ze een spijt. Het trekpaard Finity kon zichzelf wel voor haar kop slaan. Finity was jong en krachtig. Ze had een schimmel kleur en mensen noemde haar weleens lelijk. Haar moeder had haar verteld dat ze nog wit zou worden. Maar Finity zat er niet meer mee. Wat mensen over haar zeiden boeide haar niet. Tot gister. Want oh, want had Finity toch dom gedaan. Nou ja, dat vond ze zelf. Wat er gebeurde was één van de allergrootste fouten die ooit had plaatsgevonden op stal. Finity was opgeleid als een trekpaard. Ze werd voor de huifkar gezet en mensen konden lekker genieten van de rit. Finity deed het pas een jaar en iedereen zei dat ze er talent voor had. Maar gister ging het mis. Goed mis zelfs. Want Finity had niet geluisterd. Ze had een lange rit al achter de rug en wou graag terug naar haar vriendjes. Ze droomde elke dag over een ruiter op haar rug. Haar moeder had haar verteld dat trekpaarden daar niet geschikt voor waren en dat ze het uit haar hoofd moest zetten. Maar Finity hield van mensen en kinderen. Huifkarren trekken vond ze niks. Ze zat zo erg te denken aan haar ruitertje, zat ze niet merkte dat ze een heuvel af gingen. Haar baasje probeerde haar het te laten merken, door een schreeuw te geven. Finity was ervan geschrokken en was juist naar beneden gerend. De huifkar won de macht en trok Finity mee naar beneden. Finity was met een smak op de grond beland en werd door de huifkar mee de afgrond in getrokken. Uiteindelijk kwamen ze tegen een grote boom, waardoor de huifkar stil kwam te liggen. Maar Finity was vast te komen liggen. Er waren maar liefst tien gewonden en haar baasje lag met de zwaarste verwondingen in het ziekenhuis. Finity werd uiteindelijk verdoofd en toen ze wakker werd, was ze in de kliniek. Hoe ze daar terecht is gekomen, weet ze niet. Finity voelde zich nog elk uur schuldig. Ze had voor het grootste ongeluk in jaren veroorzaakt. Kon ze iemand maar uitleggen dat ze haar niet voor de huifkar hadden moeten spannen. Maar niemand zou toch naar haar luisteren. En Finity kon niks meer. Haar benen zaten in het verband, ze had een deken op die zelfs haar staart en hals bedekte. En zelfs haar benen waren ingepakt! Achter haar oren had ze een verband tot haar schouders. Finity voelde geen pijn in haar lichaam. Maar in haar hart. Het huilde. Hoe had ze dit toch kunnen doen?
Finity spitste haar oren. Een vrouw kwam met de dierenarts voor haar stal staan. Finity kende de vrouw. Ze had weleens voor Finity gezorgd en ze is de beste vrienden van haar baasje. Verder leidde ze andere Trekpaarden op. De vrouw keek naar Finity en zuchtte. "Arme Finity. Ze zal vast veel pijn hebben.", zei ze. De dierenarts keek naar Finity. "Toch lijkt dat mee te vallen. Hoe gaat het met je vriendin?", vroeg de dierenarts. De vrouw zuchtte. "Heel slecht, helaas. Ze heeft verschrikkelijke verwondingen en zal nooit meer voor de paarden kunnen zorgen. Dus ook niet voor Finity. Maar eerlijk gezegd wil ik haar ook niet. Finity is veel te jong voor mij. En ik vertrouw haar niet meer. Finity past niet bij me. Dus ik zal haar moeten verkopen, als ze genezen is.", zei de vrouw. De dierenarts zuchtte. "Ik moet sowieso kijken voor een andere plek. We kunnen straks niks meer voor haar betekenen en de patiënten neemt erg toe. Ik gun haar nog wel een fijne plek, maar ik denk niet dat veel mensen haar nu meer hoeven na het ongeluk.", zei de dierenarts. De vrouw knikte en aaide Finity zacht over haar neus. "Ik hoop het beste voor je, meisje. Anders zal het hierbij ophouden." Finity kreeg een brok in haar keel. Niemand, maar ook niemand wilde haar meer. Finity liet verdrietig haar hoofd hangen. Ze ving nog op dat haar baasje jarenlang nog moest revalideren. Finity at die avond niks van haar eten. Ze voelde zich verloren. Niemand zag haar toch meer staan, voor wie ze was. En al haar dromen zouden ook nooit meer uitkomen.
Er was een week voorbij. Finity stond in de paardenbus. Na een tijd stopte de paardenbus met rijden. Finity werd de paardenbus uitgeladen. Ze keek rond. Een oud vrouwtje stond op haar te wachten. "Welkom, Finity!", zei ze blij. De dierenarts aaide Finity over haar hoofd. "Heel fijn dat u Finity wou kopen. Hier zal ze genoeg verder kunnen genezen. Wilt u haar daarna weer verkopen?", vroeg de dierenarts. Het oude vrouwtje haalde haar schouders op. "Dat weet ik nog niet. Eerst mag Finity gewoon lekker met de andere trekpaardjes in de wei staan. Ze zal vast snel aansterken. Dan pas kijk ik wat ik met haar doe.", zei het oude vrouwtje, terwijl ze het halstertouw van Finity pakte. Finity rook aan het vrouwtje. Ze rook naar heerlijke kruiden en bloemen. Het oude vrouwtje liep het bos in. Finity keek om zich heen. Na een tijdje zag ze langs een bospad een houten hek staan. Hij liep heel ver door langs de paden. Het was een hele lange wei, maar geen diepe. Er stonden veel bomen. Het vrouwtje opende het hek en liet Finity de wei in. Daarna liep ze weg. Finity keek rond. Ze zag nog een trekpaard staan. Ze was heel licht. Ze had de kleur van een haflinger, maar dan net wat lichter. Ze liep naar Finity toe en duwde haar neus tegen haar aan. "Hoi Finity. Welkom. Je komt er wel weer bovenop. Ik zal je helpen. Mijn naam is Liora.", zei ze. Finity keek haar aan. Verdrietig keek ze haar aan. Ze zuchtte diep. "Hoi, Liora.", zei ze zacht. "Je bent echt heel verdrietig hè. Zal ik je anders een rondleiding geven? En kan je iets vertellen over jezelf?", vroeg Liora. Finity knikte. "Ja. Ik werd geboren op een stal met allemaal Trekpaarden. Mijn moeder was een prachtig wit trekpaard. Volgens mijn moeder ben ik eigenlijk een Percheron. Dat is een Frans trekpaard. Maar dat weet ik niet zeker. Want zo groot als de meeste Percherons ben ik niet. Ik groeide op in de wei met mijn mama en andere trekpaarden. Ik had heel veel vriendjes. Iedereen vond mij leuk. Toen werd ik opgeleid voor de huifkar, door verschillende meisjes. Soms ging het weleens mis en vluchtte ik. Maar de stalhulp, een super lief meisje, ving mij dan op. Helaas kon zij mij niet beleren, want ze was maar een stalhulp. Toen ik opgeleid was, ging ik vaak naar buiten met toeristen en gasten van het verblijf. Maar toen ging het mis. Ik droom al jaren over een ruiter op mijn rug. Tijdens mijn huifkartochten zag ik ooit paarden lopen met meisjes op hun rug. Ik was op slag verliefd en wou dat ook. Ik was erover aan het dagdromen. Maar toen mijn baasje een schreeuw gaf, rende ik weg. We gingen een heuvel af en de huifkar won alle macht over mij. Ik raakte gewond en mensen ook. Toen ben ik verkocht.", zei Finity. Als ze terugdenkt aan haar jeugd, doet het haar pijn. Ze zou het liefst weer willen spelen met haar mama en haar vriendjes, die altijd tegen haar op keken. Troostend wreef Liora haar neus over de hals van Finity. "Hier mag je weer helemaal herstellen. En je kan ook genoeg knuffelen met mensen, want elke dag komen er wel wat wandelaars langs. Maar de laatste tijd veel minder. Hier mag je weer paard zijn, Finity.", zei Liora troostend. Finity was blij met dat nieuws. Finity liep met Liora door de wei en Finity kende nu alles. Finity kreeg weer honger. Toen ze een hap nam van het gras, voelde ze zich helemaal blij worden. Het gras smaakte heerlijk.
Er waren heel wat maanden voorbij gevlogen. Finity was er weer bijna helemaal bovenop. Ze speelde vaak met Liora. Het was een zonnige ochtend. Het was nog vroeg, dus ook nog een beetje vochtig. Finity stond heerlijk te grazen. Plots hoorde ze takjes kraken. Finity spitste haar oren. Ze zag twee honden aan komen lopen. Een Dalmatiër met leuke zwarte stippen en een Golden Retriever. Zo te zien nog twee jonge hondjes. De twee liepen snuffelend over het bospad. Maar Finity hoorde nog steeds voetstappen. Finity spitste haar oren. Plots zag ze een persoon tevoorschijn komen. De persoon keek naar Finity, lachte en ging bij het hek staan. Finity keek de persoon met grote ogen aan. "Wat is dat?!", riep ze verbaasd. Liora kwam naast haar staan. "Wat?" "Dat mens daar! Ik heb nog nooit zoiets gezien!" Finity liep wat naar voor en keek de persoon aan. "Huh, hoezo heeft ze zo kort haar? Ze heeft wel lange wimpers, maar geen lang haar! En ze is zo, anders ofzo.", zei Finity. "Ze?", vroeg Liora. "Ja! Dat meisje voor ons! Ik heb nog nooit zo'n raar meisje gezien!", zei Finity. Liora giechelde. "Dat komt, omdat het ook geen meisje is. Het is een jongen." "Een jongen?", vroeg Finity onbegrepen. "Ken jij geen jongens?", vroeg Liora. "Nee. Ik heb heel mijn leven alleen meisjes gezien.", zei Finity. "Een jongen is net als een hengst, een mannetje. Net als bij paarden hebben mensen ook jongens en meisjes. Net als wij merries en hengsten hebben. Dus dan zou dit een hengst zijn. Maar dat noem je een jongen.", legde Liora uit. "Oh? Maar jongens houden toch helemaal niet van paarden? Zij houden van voetbal. Paardrijden is toch voor meisjes?", vroeg Finity. "Tuurlijk niet! Paardrijden is voor jongens en meisjes! Dressuur is toch ook niet alleen voor merries en springen voor hengsten? Niet alle jongens houden van voetbal. Er zijn ook meisjes die van voetbal houden. Sporten mogen er voor iedereen zijn. En ik ken genoeg jongens die dol op paarden zijn, hoor! Heel goed, zelfs!", zei Liora. "Oh ja? Wie dan?", vroeg Finity. "Mijn baasje Lior. Hij is de kleinzoon van het kleine vrouwtje. Hij is mijn baasje. Jongens zijn net zo leuk als meisjes, hoor! Deze jongen vind jou ook heel leuk, Finity.", zei Liora. Liora keek naar de jongen. Zijn blonde haar werd verlicht door de zon en zijn blauwe ogen straalde. "Waarom heeft hij ook zulke lange wimpers?", vroeg Finity. "Dat is iets unieks bij jongens, maar het komt wel voor.", zei Liora. Liora zette een stapje naar achter. Finity snoof zacht en keek nog eens naar de jongen. Hij had een stralende, maar lieve lach. Ook voelde hij heel kalm en betrouwbaar. Finity zette voorzichtig een stapje naar voor. De jongen bleef rustig staan. Finity zette nog een stapje naar voor en rook voorzichtig aan de jongen. Hij rook naar paard, hond en vooral naar zichzelf. Dit moest een dierenliefhebber zijn! Finity keek hem aan. Heel zacht haalde hij zijn vinger over haar neus. Finity sloot even haar ogen. Dat was een heerlijk gevoel. Toen ze ze weer opendeed, merkte ze pas dat de jongen zijn hand op haar neus had gehouden. Finity snoof zacht. "Hoi lieve meid. Ik ben Nick. Wat ben jij mooi!", zei de jongen zacht. Finity werd overvallen door een rust. De jongen klonk lief, rustig, betrouwbaar en heel zacht. Ze kon hem vertrouwen. Finity dacht terug aan zijn woorden. Nick, Nick, Nick bleef een stem in haar hoofd zeggen. Finity keek nog eens naar Nick. Ze duwde haar neus tegen hem aan. Toen wist ze het zeker, hij was te vertrouwen. "Wat ben jij een lieverd, zeg! En zo mooi! Je hebt het ook niet altijd makkelijk gehad, hè. Maar ik begrijp jou wel hoor. En ik weet zeker dat je droom nog wel uitkomt!", fluisterde hij. Finity keek hem aan. Hij begreep haar! Maar hoe wist hij dat allemaal? Finity zuchtte diep. Plots doken de twee honden naast de jongen op. "Gaan we niet verder wandelen?", vroeg de Dalmatiër. "Sorry. Je moet weten, je baasje is geweldig.", zei Finity. "Dat is hij zeker! Hij kan heel veel met dieren. En hij is ook al een held geweest. Meerdere keren zelfs! En hij kan paardenfluisteren. Hij kan de paarden verstaan. En hij is heel wijs. Ook kan hij alles aanvoelen. Oh en ik ben Juula en dat is Bommel.", vertelde de Dalmatiër. Even schrok Finity. "Dus hij heeft kunnen horen wat ik eerst van hem dacht?", vroeg ze geschrokken. "Ja. Maar dat vind hij niet erg, hoor. Hij begrijpt het wel. En hij heeft al zoveel verhalen gehoord. Niks is het te gek. Ik mag altijd bij hem slapen 's nachts. Ik heb hem al zo vaak wakker gemaakt, door al die dingen die ik zei. Maar dat vond hij niet erg.", zei Juula. Finity keek Nick aan. "Is dat leuk, slapen bij je baasje?", vroeg ze. "Ja en ik mag het als enige! Nick is als een pup voor mij. Ik bescherm hem altijd! En het leuke is ook, als hij slaapt, kan ik heerlijk tegen hem aankruipen. Mensen zijn lief, dat moet je onthouden. De liefde die jij aan iemand geeft, zal ook wel weer terugkomen. Onthoud dat.", zei Juula. Finity keek naar Juula. Toen keek ze naar Nick. Plots voelde ze zich verdrietig worden. Ze zou hem vast maar één keer zien. Nick aaide haar zacht. "Denk nog maar eventjes na, over alles. Hopelijk zie ik je snel weer eens!" Finity keek Nick na. Liora liep naar haar toe. "Ben je niet blij?", vroeg ze. Finity keek haar aan. "Dat is mijn baasje van mijn dromen!", riep ze. Ze hinnikte luidkeels en galoppeerde langs het hek. Maar het was te laat. Nick was nergens meer te zien. Verdrietig stapte Finity terug naar Liora. Liora probeerde haar te troosten, maar Finity was te verdrietig.
Finity stond bij het hek. Ze spitste haar oren. Ze hinnikte. Nick was terug! Nick aaide haar over haar hoofd. "Goeiemorgen, lieve Finity! En? Heb je vannacht niet gepiekerd?", vroeg hij, met een lach. "Nick, ik wil jou niet kwijt. Ik heb mijn droom baasje gevonden. Ga niet weg.", zei Finity verdrietig. Nick aaide haar zacht. "Dan zal ik je baasje moeten hebben.", zei hij terug. Finity voelde iets bijzonders gebeuren. Nick kon haar echt verstaan! Finity drukte haar neus tegen hem aan. Nick leek na te denken. "Wacht hier, Finity!" Finity keek hem na. Na een tijd kwam het oude vrouwtje aanlopen. Maar naast haar liep een jongen met bruin haar. Hij had blauwe ogen. Liora hinnikte blij. "Lior is er weer!", hinnikte ze blij. Lior gaf Liora een dikke knuffel. Toen liep hij verder naar Finity. "Hoi, Finity! Ik ben Lior! Vandaag wordt een bijzondere dag.", zei hij. Finity vroeg zich af waarom. Nick kwam naar haar toe. Hij deed haar een halster om. Het oude vrouwtje opende het hek. "Kom je, Finity?", vroeg Nick. Finity liep achter Nick aan. Nick door het bos. Na een tijd kwamen ze het bos uit. Finity zag een dorpje. Ook zag ze bergen. Nick liep door een straat. Finity spitste haar oren. Aan de rechterkant zag ze een ingang liggen met daarnaast een wei. Nick liep de ingang in. In de wei stonden paarden. Ze hinnikten naar Finity. Finity hinnikte zacht terug. Nick liep een erf op. Op het erf kon je de hele wei zien liggen. Er stonden veel paarden in. Ook zag Finity in de wei ruiven, een grote kuil, een waterplas, een heuvel, bomen en helemaal achterin nog meer bomen. Ook stonden er schuilstallen. Op het erf was een longeercirkel en een stapmolen. Verder nog stallen met open luiken en een buiten poetsplaats. Maar er was ook nog een buitenbak en twee grote paddocks. Nick aaide haar over haar hoofd. "Welkom thuis, Finity. Dit is Manege de Paardenvriend. Ik werk hier als stalhulpje. Dus ik zorg voor jullie en doe de klusjes. Dat doe ik samen met Emiel, Brayen en Eva. De eigenaar van de manege is Charlie. Hij kan net als mij jullie verstaan. Hij geeft paardrijlessen aan kinderen, ook die een beperking hebben of ziek zijn. Verder helpt hij getraumatiseerde paarden. Hij heeft er al heel veel gered. Ik heb ook wat paarden. Een Andalusiër merrie. Ze heet Moon. Ze heeft een klein beetje dezelfde kleur als jou. Moon heeft een veulen en zij heet Moonhorse. En ik heb nog een Shetlander, Flow. Met Moon maak ik het allerliefste buitenritten en springen we graag. Bijzonder voor een Andalusiër, zeggen veel mensen. Op de manege rijden we bitloos en met een elastische singel. Jullie mogen op de manege echt paard zijn. Wil je mee naar Charlie?", vroeg Nick. Finity kon niet wachten. "Oh ja! Hier op de manege woont Charlie met zijn vriendin Ammy. Zijn broertje Jovani woont hier ook, door een ongeluk in het verleden. Emiel woont hier ook, door omstandigheden met zijn ouders. En verder wonen Mitch en Michael hier nog, maar die zie je niet zoveel. Kom maar, Finity." Finity stapte achter Nick aan. Liora kende hier het al, blijkbaar, want ze werd de wei ingezet. Finity liep met Nick de stallen in. Tot Finity's verbazing was er nog een binnenbak! Daar stapte een paard, met een jongen op haar rug. Liora had echt gelijk, paardrijden was er ook voor jongens. Hier op de manege waren blijkbaar veel jongens. Nick kwam aan bij een stukje waar iets bijzonders boven de grond hing. Het leek op een solarium, maar toch ook weer niet. Daarvoor stond een slanke jongen met bruin haar en blauwe ogen. "Finity, dat is Charlie.", zei Nick. Finity rook nieuwsgierig aan hem. Hij rook lekker en vertrouwd. Charlie aaide haar zacht. "Welkom, Finity. Kom maar. Je mag onder het kristalbed." Finity keek ernaar. "Het kristalbed bestaat uit zeven kristallen die de kleuren van de chakra's hebben. De chakra's zijn jouw energiepunten. Het kristalbed brengt de chakra's in balans en zorgt voor positieve energie. Ook verwerkt het de trauma's en wordt alle stress afgevoerd.", legde Nick uit. Finity vond het indrukwekkend. Toen ze eronder stond, ontspande ze helemaal. Ze had Charlie en Nick vertelt wat er allemaal gebeurd was. Nu zou alles verwerkt worden.
Finity stond op de poetsplaats. Nick aaide haar zacht. "Tim komt zo. Tim is de dierenarts. Maar geen zorgen, Tim is super lief. Hij is de neef van Charlie en werkt op een rustige manier. Hij is net als mij en Charlie spiritueel. Hij geeft jou geen prikjes, hoor.", zei Nick. Finity haalde opgelucht adem. Tim kwam aanlopen. Hij leek inderdaad wel een beetje op Charlie. Bruin haar en blauwe ogen. Tim onderzocht Finity van top tot teen. "Jij mag wel wat meer eten. En ik denk dat jij heel blij wordt van wat beweging. Je spieren zijn niet zo sterk, door alle rust. Als je genoeg eet en veel beweegt, zal je heel snel weer beter zijn.", zei Tim. Finity brieste tevreden. Nick aaide haar. "Ik heb daar wel maniertjes voor!", zei hij. Tim moest lachen. Nick deed met Finity elke dag rek en strekoefeningen. Finity ging enorm vooruit en had het enorm naar haar zin op de manege. Ze leerde de stalhulpjes verder kennen. Emiel was heel grappig, Brayen was heel verlegen en Eva was net als Emiel heel goed in kletsen. Ook leerde Finity Nick beter kennen. Ze kwam er achter dat Nick inderdaad mega gevoelig was. Hij kon het al voelen als iemand een eindje van hem af stond te kijken. Nick had ook veel vrienden, maar dat vond Finity niet gek. Nick was ontzettend lief en betrouwbaar. Een echte vriend. Een vriend die je moet koesteren, want die krijg je geen tweede keer. Ook Charlie was super lief. Finity genoot ervan om te kijken naar zijn lessen. Zijn leerlingen waren altijd ontzettend blij. Finity kwam achter dingen waarvan ze nooit wat had gehoord of dat het zo kon. Zo liet Charlie niet de leerlingen kiezen op wie ze gingen rijden, maar de paarden zelf. En de paarden moesten niks. Als ze geen zin hadden, iets eng vonden of niet leuk vonden, mochten ze gewoon lekker vrij in de wei blijven. Finity was dolblij daarmee. En Nick had haar vertelt, ze hoefde niet meer koetsen of huifkarren te trekken!
Er waren wat maanden voorbij gegaan. Finity was beleerd onder het zadel! Maar Nick reed eigenlijk bijna altijd zonder zadel. Finity kon draven en galopperen, zonder enige moeite en ze kende alle hulpen van het rijden. Nick ging vandaag met haar naar het bos, samen met Lior en Liora. Finity stond op de poetsplaats te wachten. Nick haalde nog even een doekje over haar vacht. "Je bent prachtig, Finity!" Lior keek naar haar. "Hoe komen mensen erbij dat ze lelijk is! En onbetrouwbaar? Ze is zo lief!", zei Lior. Nick omhelsde haar. "Dat zijn gewoon sufferds. Die weten niet hoe het zit. Maar wij wel. Ik wist het al meteen de eerste keer dat ik haar zag. En de manier hoe ze alles zei tegen Liora. Ze was onzeker en voorzichtig. Maar nu is ze zeker en voorzichtig! Je kan alles met haar! Je moet haar begrijpen. En dat was juist wat veel mensen niet konden. Maar ik begrijp haar wel!", zei Nick. Lior knikte. "Wist je dat ik mijn oma had overgehaald om haar te kopen. Ik wist heus wel dat iemand van de manege er voor haar ging zijn. Ik dacht eerst een leerling. Maar toen bleek jij het te zijn! En aangezien Liora altijd maar alleen stond..." Finity keek naar Lior. Meende hij dat? Hij had daarvoor gezorgd? Finity duwde dankbaar haar neus tegen hem aan. "Ze bedankt je, Lior!" "Ah meisje toch. Jij verdiende de liefde van je leven!" Finity brieste. Lior zette zijn cap op. "Oké, lets go!" Nick sprong op de rug van Finity. Finity vond het zelf ook fijner dat Nick zonder zadel reed. Zo konden ze elkaar goed aanvoelen. Finity stapte achter Liora aan. Ze gingen het bos in. In het bos was het rustig en stil. "Je hoeft niet in iets goeds te zijn, om bijzonder te zijn.", zei Nick zachtjes. Hij streelde Finity over haar hals. Finity kreeg het warm van binnen. Nick had altijd van die prachtige woorden of zinnen. En ze klopte nog ook! Liora brieste. Ze gingen na een tijdje in galop. Finity voelde zich het gelukkigste paard van de wereld. Nick had haar al die tijd laten zien dat ze wel bijzonder was. En de woorden van Nick bleven nog lang in haar hoofd dwalen. Je hoeft niet in iets goeds te zijn, om bijzonder te zijn.
Liseroos wat weet je me toch te raken met je prachtige verhalen. Trots op jou!❤️
Prachtige verhalen een krob in me keel en soms een traan. 🫂💚🙏🏻🦄