top of page
Foto van schrijverLiseroos

Een zacht gefluister

De zeventienjarige Jaxen beland in een depressie nadat zijn beste vriend in het ziekenhuis is opgenomen door een aanrijding. Jaxen zit diep in de put en niemand krijgt hem meer vrolijk. Waar is de stoere en doorzettende Jaxen gebleven? Jaxen voelt zich diep ongelukkig, totdat hij elke nacht een bezoekje krijgt...


Het was mooi weer en de zon scheen naar binnen. Buiten hoorde je de vogels fluiten en zag je kinderen blij rondhuppelen. Het was zondagmiddag en thuis was alles zoals gewoonlijk, levendig. De hond speelde met de bal, moeder stond te koken in de keuken, vader deed de tuin, zusje speelde buiten met broertje en broer speelde met de hond. Vroeger had hij wel meegedaan met zijn broer. Maar nu zat Jaxen verstopt in de hoek van de kamer. Hij had zijn capuchon ver over zijn hoofd getrokken en had zich zo klein gemaakt dat hij net achter de stoel van vader kon zitten. "Jaxen, Jaxen, Jaxen!", klonk de zingende stem van zijn zusje Loa. "Is hij niet boven?", vroeg broertje Jax. "Nee, hij zit daar!", zei Loa. "Jaxen, kom eens hier. Dan kunnen we samen met Delo spelen.", zei broer Duco. Jaxen bleef roerloos zitten. "Jaxen! Kom achter die stoel vandaan!", riep moeder streng. Nog steeds bewoog Jaxen zich niet. Wat had het voor zin? Niks had meer zin. Alles was stom, niks was leuk meer zonder zijn mattie Tyler. Tyler zorgde voor de sfeer en de kik. Voor de gezelligheid en de lol. Maar nu was er niks maar aan. Jaxen miste zijn vriend. Hij wist nog precies hoe het ging. Hij stond bij het bankje aan het meertje met de fiets op Tyler te wachten, zodat ze samen konden fietsen naar school. Het duurde erg lang voordat Tyler op kwam dagen. Jaxen had toen besloten om naar school te gaan. Op school vroeg meteen iedereen waar Tyler was. Jaxen antwoordde dan dat hij het niet wist. Pas na de eerste ochtendpauze belde de docent naar de ouders van Tyler om te vragen of hij ziek was. Toen bleek het helaas veel erger te zijn, want de ouders van Tyler hadden aan de telefoon verteld dat Tyler aangereden was onderweg naar school door een dronken automobilist. Als eerste was Jaxen woedend op de automobilist. Maar toen de mentor vertelde dat Tyler al twee uur lang bewusteloos was, voelde Jaxen zich verloren en verdrietig. Sinds dien is hij niet veranderd. Zonder Tyler is het leven saai en stom. Tyler en hij deden alles samen. Samen naar school, samen eten kopen, samen lol maken, samen huiswerk maken, samen grapjes uithalen, samen de conciërge laten lachen, samen treuren, samen de honden uitlaten, samen naar schoolkamp, samen volleyballen en zo veel meer. Maar nu was alles in het water gevallen. Nu was Tyler weg, en misschien kwam hij nooit meer als de oude terug. Jaxen miste de grapjes en de stoute streken uithalen met Tyler. Tyler was dan wel wat stiller en rustiger dan hem, samen deden ze weleens erg ondeugend, maar nooit met slechte bedoelingen. Het meest ondeugende wat ze deden waren dingen op het bord schrijven, een krijtje verwisselen met een snoepkrijtje, grapjes maken en de docent een beetje uitdagen, waar ze om konden lachen. Maar nu was het stil in de klas. Er was een leegte, een verloren gevoel. Met een ruk schoof de stoel opzij. Jaxen schrok op uit zijn dagdromen. Jaxen zag de benen van zijn moeder. "Jaxen, nu is het klaar! Sta op en doe iets! Zo wil je toch niet leven?", vroeg ze. Jaxen gaf geen antwoord. Zijn moeder trok hem omhoog. Ze keek hem aan. "Kom op, jij moet beter weten! Ga lekker naar buiten!" Jaxen maakte zich los en liep naar boven. Hij ging zijn kamer in en plofte op bed. Hij keek naar het nachtkastje en pakte de fotolijst met de foto van hem en Tyler. Hij keek naar Tyler. Tyler met zijn prachtige, getinte huid, zijn zwart gekrulde haar en de haarband die hij vaak droeg. Tyler was altijd lekker bruin, zelfs in de winter. Maar dat kwam door zijn vader, die ook wat donkerder was. Jaxen keek goed naar de foto. Hij wist het moment nog precies. Hij en Tyler waren op schoolkamp. Ze hadden de grootste lol, maar Tyler miste zijn familie elke avond. Dat durfde hij aan niemand te vertellen. Jaxen maakte hem altijd weer blij en samen deden ze de leukste dingen. De foto werd gemaakt toen hij en Tyler net een potje volleybal hadden gespeeld. Jaxen keek naar zijn vriend. Het voelde alsof het zijn vriend niet meer was. Alsof Tyler gewoon verdwenen was. En soms twijfelde Jaxen ook wel of hij ooit wakker geworden was. Jaxen was zijn mattie, zijn maatje kwijt, voor altijd. Want hij wist zeker, Tyler zou nooit meer zijn zoals hij was. Stil, lief, geduldig, gezellig, slim, in voor een spelletje. Tyler zei tegen onbekende mensen niet zoveel, maar hij kon met de docenten wel kletsen. Jaxen en hij waren erg verschillend. Jaxen was dol op actie, op spelletjes, op praatjes en kon soms ook wel een beetje stom doen. Maar Tyler was altijd zachtaardig en vriendelijk. Hij had voor iedereen respect en vond sommige plannetjes van Jaxen een slecht idee. Bijvoorbeeld toen Jaxen twee meisjes wou vragen om iets uit te lenen en daarna grapjes erover maken. Dat vond Tyler niet oké. "Alles met respect en zonder gevecht.", zei Tyler altijd. Tyler had een vriendelijke, zachte, prettige en vrolijke stem om te horen. Maar alles, alles was gewoon verdwenen. Jaxen kon niet naar zijn vriend toe, het ziekenhuis was te ver weg. Tyler lag namelijk in een ander ziekenhuis dan in het dorp, omdat hij zwaar gewond was. Jaxen dacht terug aan de twee kleine broertjes van Tyler. Hij voelde een steek van verdriet. Tyler was voor iedereen lief. Wouden zijn broertjes meedoen? Dan mocht dat. Tyler was een echte, lieve grote broer. Jaxen zou willen dat Duco soms zo was. Maar Duco was soms erg op zichzelf en anders was hij het liefst bezig met de hond thuis. En Loa en Jax speelde altijd met elkaar. Jaxen voelde een groot gemis. Ook hij wist: zijn leven was ook niet meer hetzelfde.


De avond was gevallen. Jaxen kon geen slaap vatten. Het was al laat en in het huis was het doodstil. Maar in Jaxen zijn hoofd was het een storm. Hij kon alleen maar aan Tyler denken en huilen. Waarom had het Tyler moeten overkomen? Waarom altijd goeie mensen? Kon Jaxen er nog op vertrouwen dat Tyler beter ging worden, of was het hopeloos?


Jaxen zat in de aula, verstopt in zijn trui. Hij hoorde de mensen om hem heen lachen en praten. Sommige meiden gilden en sommige jongens schreeuwden. Het kon Jaxen niks meer doen. Vroeger vond hij brugklassers die zaten de gillen of schreeuwen vervelend, maar nu was alles anders. Nu had hij niemand meer om tegen te roddelen of zijn mening te delen. Hoe kon hij vroeger denken dat hij vrienden had? Zijn enige vriend was Tyler en nu Tyler er niet is, is er niemand meer. Kwam het door hem of door Tyler? Ze zeggen altijd dat je je echte vrienden in moeilijke tijden leert kennen. Dan kon Jaxen nu wel bedenken dat er geen vrienden op deze aarde waren. Tenminste, op dit hele kleine stukje aarde, want in zijn omgeving was er niemand voor hem. Zijn familie wist ervan, maar het boeide ze niet. Jaxen veegde verdrietig de verdwaalde traan weg. Hij verstopte zijn gezicht zo goed mogelijk, niemand mocht zijn tranen zien. Jaxen trok zijn capuchon steviger over zijn hoofd. Hij hoorde een stem vlakbij. het leek heel even op de stem van Tyler, maar meteen was het ook weer weg. Het was een brugklasser. "Kijk die vierde klasser eens, die is echt een standbeeld! Zullen we hem op de grond duwen, dan kunnen we kijken of hij nog leeft.", zei het stemmetje. Jaxen kon stiekem onder zijn capuchon de kinderen aankijken. Hij stond op en liep weg. Hij voelde de verbaasde gezichten gewoon aan van de brugklassers. Stomme brugpiepers, had hij meestal tegen Tyler gezegd. Maar Tyler liep niet naast hem, hij was hier alleen. Hoeveel mensen er om hem heen liepen, toch leek het alsof hij alleen op de aarde was. Er was niemand die hem achterna kwam of iets vriendelijks zei. Jaxen kwam het lokaal binnen. "Doe die capuchon eens af, Jaxen.", zei de docent toen de les was begonnen. Jaxen schudde zijn hoofd en staarde strak naar zijn tafelblad. De wereld om hem vervaagde, alles leek nep te zijn en alles leek er niet te zijn. Alsof Jaxen in een witte kamer zat, zonder enig leven of energie. Alles was weg, weg gevallen, weg van de wereld. Was het er niet, of was hij er niet? De docent was er niet meer, de leerlingen waren er niet meer, het lokaal was er niet meer, het bord was er niet meer, de tafels en stoelen waren er niet meer, de boeken, de etuis, de pennen en potloden, de stiften, de krijtjes, de computers en de mappen, het was er allemaal niet meer. Jaxen hoorde de docent niet meer en alles om hem heen leek weg te zijn gevallen. Alsof alles op pauze was gezet. De schooldag leek wel een eeuw te duren en voordat Jaxen weer in bed lag, leek het gevoelsmatig wel vierentwintig uur verder te zijn. Jaxen was uitgeput en het liefst was hij, zoals hij dat vroeger zo goed kon, meteen in slaap gevallen. Maar tegenwoordig bleef hij de halve nacht wakker, met een nat kussen van de tranen. En niemand van zijn familie wist dat hij daar zo lag te huilen...


Het was al diep in de nacht. Jaxen was zo uitgeput geraakt door de tranen, dat hij niet meer aan Tyler kon denken. Hij kon zich niet eens meer bewegen van de moeheid. Het leek alsof iemand hem meenam naar dromenland, want ineens sliep hij. Een lange tijd was het doodstil, totdat er iets in de kamer klonk. Jaxen sliep door, want hij begon te dromen...


Jaxen liep door het vochtige gras. Het was nog fris buiten, de zon verwarmde zijn witte trui en de vogels vloten. Jaxen had zijn capuchon stevig over zijn hoofd getrokken en zijn handen diep in zijn zakken van zijn trui gestopt. Verdrietig keek hij naar de grond, terwijl er een dikke traan over zijn wang gleed. Tyler, Tyler spookte in zijn hoofd. Het leven was niks meer met Tyler. Het leven was gewoon stom, zonder Tyler! Dat was het gewoon! Jaxen kon niet zonder Tyler. Jaxen zag niks moois meer aan de wereld. Hij voelde zich diep ellendig. Jaxen slenterde door het vochtige gras, toen hij plots iets achter zich hoorde. Het was het geluid dat hij ook in zijn kamer had gehoord. Honderd procent! Jaxen keek voorzichtig achterom. Hij zag nog niks. Hij pakte zijn capuchon vast en schoof het een beetje opzij. Jaxen schrok. Meteen draaide hij zich om. Voor hem, in het vochtige gras, stond een groot wit paard. Het paard had donkere, vriendelijke ogen, een zwarte neus met in het midden een beetje roze en allemaal kleine stipjes over het lichaam. Aan de onderbenen waren er behoorlijk wat stipjes, waardoor de benen een beetje vies leken. Misschien was het ook wel vies, Jaxen had geen verstand van paarden. Jaxen keek verbaasd naar het paard. "Gegroet, Jaxen.", begroette het paard hem. Jaxen durfde zich niet te verroeren. Het paard snoof en keek hem aan. "Jaxen, hou je hoofd hoog, jongen. Je weet het, alles komt goed. Uiteindelijk komt alles goed. Het is nog niet het einde van de wereld. Jaxen, zou je eens dichterbij willen komen?", vroeg het paard. Bevend liep Jaxen naar het paard toe. Het paard knikte en pakte iets van achter. In de mond van het paard zat een spiegeltje. "Kijk er eens in, Jaxen.", zei het paard. Jaxen keek de spiegel in. Meteen voelde hij een steek van verdriet. Hij zag een verdrietige jongen in de spiegel, die op hem leek, maar ook helemaal niet. De ogen van de jongen waren hartverscheurend om te zien en hij stond er zo kwetsbaar bij. "Jaxen, zie je jezelf? Herken je jezelf?" Jaxen keek het paard aan en schudde zijn hoofd. Het paard schudde eens met de spiegel, maar het was geen spiegel meer. Het leek wel een raam of tablet. "Kijk er nog maar eens in.", zei het paard. Jaxen keek in het "raampje" Hij zag Tyler in een ziekenhuisbed zitten. Toen verdween het beeld. "Laat nog eens zien!", zei Jaxen. Maar het paard verdween. "Wacht, paard! Kom terug! Ik wil Tyler nog eens zien! Kom terug!", schreeuwde Jaxen.


Jaxen schrok wakker. Waar was hij? Was hij op het grasveldje? Jaxen voelde dat hij in zijn bed lag. Jaxen dacht na over de woorden en de beelden van het paard. Waarom een paard? Jaxen had niks met paarden en was daar ook nooit mee bezig! Jaxen dacht na over de spiegel en het raampje. Wat liet het paard zien? Het enige wat Jaxen gezien had was Tyler in een ziekenhuisbed. Jaxen wist niet wat Tyler ging doen, wat hij op dat moment dacht of zei. Jaxen zou het graag willen weten.


Jaxen had nog lang over de droom gedacht. Het zou leuk zijn als hij opnieuw over het paard zou dromen, maar dat kon nooit. Jaxen had geprobeerd de dag door te komen, maar dat lukte hem niet meer. Jaxen lag opnieuw in zijn bed. Het was al laat en zijn kussen was opnieuw nat van de tranen. Jaxen sloot zijn ogen en voor hij het wist, sliep hij weer.


Jaxen stond opnieuw in het vochtige gras. Hij zag het paard aan komen stappen. Maar hij zag ook een schim op de rug van het paard. Hij kon nog niet zien wie het was. Het paard kwam dichterbij en stond stil voor Jaxen. "Fijn dat je er weer bent, Jaxen. Ik heb iemand voor je meegenomen, omdat je zo in paniek was geraakt toen ik wegging en jou Tyler liet zien. Ben je er klaar voor?", vroeg het paard. Jaxen knikte. Er leek wel een mantel van de schim af te vallen. Op de paardenrug zat een doorzichtig persoon, maar je zag nog alle kenmerken, zoals bruin haar en een blauwe trui. Jaxen schrok. "T-T-T-Tyler?", vroeg hij stotterend. Maar meteen daarna schoot hij in paniek. "Tyler! Tyler, je bent toch nog niet dood! Tyler!" "Rustig, ik ben helemaal niet dood!", zei Tyler. Meteen was Jaxen stil. "Maar...Waarom ben je dan zo, geestig?" Tyler moest lachen. "Omdat ik je kom bezoeken, met mijn ziel. Jaxen, ik schrik van je." Jaxen keek naar zichzelf. "Waarom?" Tyler schudde zijn hoofd en ging languit op de rug van het paard liggen. "Dat kan Elva vast wel wat beter vertellen, meneertje hopeloos geval.", zei Tyler. Jaxen herkende Tyler meteen, maar snapte niet wat hij bedoelde. "Wie is Elva?", vroeg hij. "Deze prachtige, wijze dame voor je.", zei Tyler. Daarna bleef hij stil. Het paard knikte. "Hallo Jaxen, ik ben Elva. Luister, Jaxen. Tyler schrok enorm van je, toen ik jou liet zien door het luikje." Luikje, noemde ze het dus." "Ik liet Tyler in het ziekenhuisbed zien. Tyler dacht aan jou en vroeg zich af of je niet te verdrietig om hem was. Ik liet hem door het luikje zien hoe je depressief in de hoek zat. Daar schrok hij van en meteen wou hij je zien. Ik beloofde hem mee te nemen. Jaxen, je moet niet bang zijn. Tyler is sterk en geeft niet op. Het gaat goed met hem." Dat waren de laatste woorden die de merrie zei...


Jaxen schrok wakker door gegil. Hij had liever nog wat verder willen dromen. Jaxen ging rechtop zitten en dacht na. Rare droom. Tyler kon hier nooit zijn! Dat kon niet! Dromen zijn bedrog! Jaxen bleef maar treuren en elke avond was hij nog steeds verdrietig. Hij had slechte nachten en droomde een lange tijd niet meer over de merrie met Tyler. Tot een stormachtige nacht...


Jaxen zat verdrietig tegen een boom aan. Het regende, overal om hem heen. Maar iets hield hem warm. Zonet was het er nog niet. Jaxen keek op. Hij zag Elva naast hem staan. "Elva, je bent terug! Waar was je?", vroeg Jaxen. "Jaxen, je was weer te depressief. Ik kon je niet bereiken en je staat niet open voor mijn woorden. Luister goed, Jaxen. Ik zal je het uitleggen. Iedereen heeft een menselijk lichaam. Maar er is meer." "Hoezo, meer? Het enige wat we hebben is dat lichaam, hoor!", zei Jaxen. "Nee nee. Je hebt een ziel, Jaxen. En jouw ziel is heel groot. Jouw ziel kan bij de ziel van Tyler. Als ziel kunnen jullie elkaars hand vasthouden. Jullie zijn nog elke dag verbonden met elkaar. Tyler wou je ook graag een bezoekje brengen. Want hij weet al heel erg veel over zielen, energieën en meer. "Huh, wat zit jij te zeggen? Ik heb geen idee waar je het over hebt, maar dat klopt niet wat je zegt! Dat weet Tyler ook!", zei Jaxen. "Jaxen, Tyler is altijd al spiritueel opgevoed, dus hij weet heel veel ervan. Daarom wist hij hoe hij jouw moest bezoeken, maar daar stond je niet voor open. Je houd je ogen nog dicht, Jaxen. Open je ogen, wordt wakker! Er is meer dan alleen jouw lichaam."


Jaxen werd langzaam wakker. De woorden bleven in zijn hoofd dreunen. Jaxen dacht na. Had Elva gelijk? Misschien was er inderdaad meer. Jaxen stapte uit bed en kleedde zich aan. Toen hij naar school slenterde, hoorde hij iets. Jaxen keek ervan op. Rechts van hem lag een weiland met een houten hek erom heen. Achter het hek draafde een wit paard, precies het paard uit zijn dromen. Het paard keek hem aan en snoof. "Jouw ziel is bij die van Tyler, Jaxen. Jouw ziel is bij die van Tyler, Jaxen, Jouw ziel is bij die van Tyler, Jaxen, believe, believe, believe.", hoorde hij de stem van Elva in zijn hoofd. Jaxen keek naar het paard in de wei. "Elva, ben jij dat?", fluisterde hij zacht. Het paard keek hem aan. "Elva?", vroeg Jaxen. Het paard spitste de oren. Voor het eerst in lange tijd maakte zijn hart een sprongetje. "Elva!" Maar meteen stopte Jaxen. Hij zag een man de wei in komen. Het paard leek Jaxen een knipoog te geven en stapte toen weg. Jaxen bleef staan en dacht na. Tyler, blijf dicht bij me. Wil je mijn hand pakken en me mee nemen naar die oh zo prachtige wereld van je? Jaxen liep naar school en de dag leek snel te gaan. Toen Jaxen weer langs de wei liep, was de wei leeg. Jaxen keek verdrietig naar de wei. Misschien had er nooit een paard gestaan. Jaxen keek naar de linkerkant van de wei. Daar lag een oprijlaan naast. Jaxen dacht niet na en liep de oprijlaan op. Hij zag aan het eind van de oprijlaan een paar oude stallen staan. Jaxen rende naar de stallen toe en stopte daar. De luiken van de stallen stonden open. Jaxen klikte zachtjes met zijn tong. Uit de linkerstal kwam een wit paardenhoofd uit de stal. Het paard hinnikte naar hem. Jaxen keek in de andere stal. Die was leeg. Jaxen aaide het paard zacht. "Elva?" De oortjes van het paard draaide opnieuw naar voren. Jaxen moest lachen en keek naar de stal. Hij schrok. Op de stal van het paard stond te koop. Jaxen keek het paard aan. "Nee, Elva, je mag niet weg!" Jaxen hoorde een deur dichtgaan. De man die de wei in kwam vanochtend, kwam naar Jaxen toe. "Goeiemiddag, wil je het paard kopen?", vroeg hij. Zonder na te denken, zei Jaxen: "Ja!" De man lachte. "Goed, graag vijfhonderd euro." Jaxen schrok. "Maar!" De man keek hem aan. Jaxen knikte. "Kan het ook voor vijftig euro? Ik heb echt niks anders!", zei Jaxen. De man zuchtte diep. "Nou goed dan, dan ben ik maar van haar af!" "Waarom wilt u haar weg doen dan?", vroeg Jaxen terwijl hij de man wat briefjes en muntjes gaf. "Omdat ze er toch van niks bakt op het bedrijf! Ze staat alleen maar te dutten en als ik haar de wei uit haal, wil ze alleen maar rennen!" Jaxen giechelde. "Je kwam steeds mij bezoeken hè.", fluisterde hij. "Hè wat?", vroeg de man, terwijl hij het geld van Jaxen telde. "Oh niks.", zei Jaxen. De man deed het halster om het paard en gaf Jaxen het haltertouw. "Veel plezier ermee!" Jaxen liep het erf af, maar stond toen stil. Daar stond hij dan, met een paard. Zonder kennis of ervaring met paarden en hij had haar gekocht. Jaxen durfde niet naar zijn ouders te gaan, die zullen woedend worden. Jaxen streelde het paard over haar hals. "Elva, kom, dan lopen we naar het grasveldje met een bankje. Dan zoek ik de dichtbij zijnde manege op en dan gaan we daar heen. Hopelijk kunnen zij mij helpen!" Jaxen liep met Elva naar het grasveldje en ging op het bankje zitten. Elva begon naast hem te grazen. Jaxen zocht naar maneges. Jaxen keek op. "In het dorp hiernaast is er eentje, Elva. Dat is ongeveer een half uur lopen, met een paar stukjes rennen." Elva brieste. Jaxen liep met Elva langs de weg. Het leek wel alsof Jaxen jarenlang met paarden werkte en Elva al heel lang kende. Jaxen streelde Elva over haar hals. "Ik had nooit kunnen bedenken dat ik een paardenjongen zou worden. Zou Tyler ook van paarden houden? Misschien wel. Echt raar, ik weet helemaal niks van paarden, heb er nooit iets mee gedaan en nu ineens heb ik een paard! Bedankt, Elva. Je hebt me erdoorheen geholpen en door jou voel ik me niet meer depressief. Ik hoop dat de mensen op de manege lief zijn en dat ik snel naar Tyler kan." Elva duwde haar neus tegen Jaxen aan. "Ja, je hebt gelijk. Blijven geloven!" Na ruim een half uur kwam Jaxen aan in een dorpje. Hij zag aan de lantaarnpalen bloemen hangen, er stonden heel veel bomen in het dorpje, de huizen stonden uit elkaar, sommige waren gekleurd, sommige gewoon met bakstenen, er waren veel grasveldjes en er was gewoon heel veel natuur. Ook veel boerderijtjes of weilanden met paarden. Jaxen keek op zijn telefoon. "Ja, we zijn in Dorp de Vrije Vogel. Even kijken, we moeten naar de Dierenstaat nummer twintig." Elva brieste vrolijk. Jaxen liep door een straat. Ze kwamen uit bij een pleintje. Er stonden bankjes, bomen en winkeltjes. Het was er heel klein. Jaxen keek naar een frietkarretje. Eigenlijk had hij er wel heel veel zin in, zeker omdat hij zo weinig had gegeten. Jaxen kon zichzelf niet meer bedrukken en stapte op het frietkarretje af. Tot zijn verbazing stond er nog een jonge jongen in het karretje. Hij keek op. "Hoi, ben je hier nieuw?", vroeg hij. Jaxen was verbaasd over de vraag. "Nou ja, nieuw. Ik woon in het dorp hiernaast, maar ben hier nog nooit geweest. Hoezo?", vroeg Jaxen. "Oh onbekend gezicht, die had ik nog niet eerder gezien. Wat heb je een mooi paard zeg! Lekker weer hè, om te wandelen? Wat wil je bestellen?", vroeg de jongen. "Oh, gewoon een bakje friet met een vanille milkshake.", zei Jaxen. De jongen knikte. Al snel had hij het klaar. "Mag je paard een appel?" "Oh ja hoor!" De jongen gaf Elva een appel. "Veel plezier nog vandaag!" "Bedankt!" Jaxen at zijn frietjes op en dronk de milkshake op. Hij liep met Elva verder. Hij volgde de route die op zijn telefoon stond. "Ja, daar! Dierenstraat! Ligt die manege gewoon in een normale straat? Bijzonder zeg!" Jaxen liep met Elva verder. Elva had het al eerder gezien dan Jaxen, want ze hinnikte. "Oh ja, daar is het!" Jaxen stond stil voor de oprijlaan, die ver naar achter door moest lopen. Links van hem lag er een wei met paarden erin. Jaxen kon al spieken, de wei liep ver door naar achter. Aan de linker en rechterkant van de oprijlaan stonden gezellige lantaarnpaaltjes en er stond een bord waar in mooie letters Manege de Paardenvriend op stond. De oprijlaan lag ook tussen wat bomen. Jaxen liep de oprijlaan op. Mocht hij hier wel komen? Jaxen keek op. Voor hem lag de parkeerplaats met daarachter een stalgebouw. Links van hem lag de wei. Naast het stalgebouw stond een huis. Jaxen zag tussen de wei en het stalgebouw in een zwart hek. Dat moest de ingang zijn! Jaxen wou net een stap zetten, toen plots een paard in de wei hard begon te hinniken. Het rende rond en hinnikte. Er begon nu ook een hond te blaffen achter het hek. Jaxen zag een jonge Berner Sennen hond aan komen rennen. Hij sprong tegen het hek op en blafte naar Jaxen. "Sam, hier!", hoorde Jaxen een jonge, jongensstem achter het hek roepen. Hij zag niemand, maar de hond met de naam Sam stopte met blaffen en trippelde weg. Jaxen wachtte een tijdje, maar er gebeurde niks, behalve de pony die bij het hek stond en soms nog even hinnikte. Het leek wel een waakpony! Jaxen liep naar het hek en opende die voorzichtig. Het gaf een zacht piepje, maar dat was het. Je hoorde vooral de klink. Jaxen haalde Elva door het hek en sloot het hek achter zich. Hij pakte het halstertouw en liep verder. Hij zag een grote wei met een kuil, een heuvel, een waterplas, obstakeltjes, ruiven, veel bomen, twee paddocks en schuilstallen. Er was ook nog een grote zandbak met de naam uitloop. Verder zag hij nog een buitenbak, een longeercirkel, een stapmolen, een buiten poetsplaats en een stalgebouw waar de luiken van de stallen open stonden, waardoor de paarden in en uit konden lopen. Jaxen keek rond. En nu? Hij liep nog ietsje verder, waardoor hij ontdekte dat je ook het stalgebouw in kon. De pony had ze gevolgd en hinnikte nog eens luidkeels. Jaxen voelde zijn hart sneller kloppen. Straks was de eigenaar woest op hem, omdat hij zomaar het terrein op was gegaan. Jaxen keek op. Hij zag het hoofd van de hond uit het stalgebouw komen. De hond liep naar hem toe en snuffelde aan hem. Elva spitste haar oren. Ook Jaxen hoorde voetstappen. Uit de stal kwam een jongen, ongeveer even oud als hem, de stallen uit. Hij droeg zwarte paardrijlaarzen, een donkerblauwe paardrijbroek en een lichtblauw vest met het logo van de manege erop. Hij had glanzend blond haar en lange, donkere wimpers en zijn ogen waren helderblauw. De jongen liep naar Jaxen toe en keek naar Elva. "Hoi, ik ben Nick! Ben je hier nieuw?", vroeg hij. Hij klonk lief en zachtaardig. Jaxen dacht na. "Hier in het dorp wel, ja. Maar ik woon wel in het dorp ernaast.", zei hij. Nick moest lachen. "Dat gebeurd wel vaker. Kom je voor Charlie?" "Charlie?", vroeg Jaxen. "Ja. De eigenaar van de manege. Ik ben stalhulpje. Ik zorg voor de klusjes en de dieren.", zei Nick. "Oh, uhm. Ik kom eigenlijk gewoon voor hulp." "Waarmee?", vroeg Nick nieuwsgierig. "Nou, het is een lang verhaal. Ik heb Elva zonet gekocht, maar ik heb nooit met paarden gewerkt en al helemaal geen ervaring ermee. Elva kwam steeds in mijn dromen voor en toen ineens had ik haar gekocht. Maar nu weet ik niet wat ik moet doen. Ik zal het je, als het kan, uitgebreider uitleggen.", zei Jaxen. "Wow, bijzonder verhaal zeg! Elva is een wijze meid. Ik zal Charlie maar eens halen, dat lijkt me een beter plan. Momentje, ben zo terug. Oh ja, niet bang zijn voor Sam hoor! Sam is heel lief, alleen blaft hij altijd als er onbekende mensen op het terrein zijn, net als onze waakpony Laos!", zei Nick. Jaxen knikte. Zacht aaide hij Elva. "Nick is lief hè, nu nog wachten op de eigenaar. Helaas zijn meestal eigenaars minder aardig dan de werknemers.", zei Jaxen. Elva brieste. Ondertussen kon Jaxen nog even goed de omgeving op zich nemen. Achter de manege lag het bos, logisch, want ook in de wei stonden er heel erg veel bomen. Jaxen keek op. Nick kwam de stallen alweer uit, deze keer niet alleen. Achter hem liep een jonge jongen, van een jaar of twintig. Hij had bruin haar en helderblauw ogen. Hij had hetzelfde vest als Nick aan. Dat was vast ook een stalhulpje, dat kon niet anders, toch? Nick kwam weer bij Jaxen staan. "Kijk, dat is Charlie, de eigenaar.", zei Nick. Jaxen moest zijn best doen niet verbaasd te kijken. Charlie, de eigenaar! Hoe jong is hij wel niet? Nick giechelde. "Geeft niet, de meeste mensen reageren zo bij het zien van Charlie." Jaxen keek naar Charlie. Charlie keek naar Elva. Toen keek hij naar Jaxen. "Hoi, ik ben Charlie! Nick vertelde me in het kort over jullie.", zei hij. "Ja, ik weet niet wat ik moet doen, aangezien ik geen ervaring heb." "Geen zorgen. Elva kan hier wel terecht. En we leren jou dan heel graag alles over de paardjes!", zei Charlie. Jaxen knikte. "Mag ik Elva misschien eventjes meenemen?", vroeg Charlie. "Natuurlijk!" Jaxen gaf Charlie het halstertouw. Charlie liep met Elva het stalgebouw in. Plots voelde Jaxen weer de leegte en het verdriet. Jaxen keek verdrietig naar de grond. Tyler kwam weer in zijn gedachten op. Jaxen ging verdrietig op een bankje zitten. Nick kwam naast hem zitten. "Hé, wat scheelt er? Kan je het mij vertellen?", vroeg hij. Jaxen keek naar Nick. Zijn ogen waren betrouwbaar en vriendelijk. Zacht. Jaxen zuchtte diep. Hij vertelde Nick alles over Tyler, het ongeluk, de depressie, de dromen, Elva en zijn gevoelens. Hoe niemand hem kwam ondersteunen en deden alsof er niks aan de hand was. Hoe groot het gemis naar Tyler was. Nick sloeg een arm om zijn schouders. "Ik snap het heel goed. Elva is je niet voor niks op komen zoeken. Ze is een wijze meid en weet heel goed hoe ze jou kan helpen. Kan je ook niet bij Tyler langs?", vroeg hij. "Nee, het is te ver weg." Jaxen liet Nick de locatie zien. "Oh nee joh. Dat is het ziekenhuis hierzo. Als je wil kunnen we straks eventjes langs gaan.", zei Nick. Jaxen keek Nick aan. Nick maakte een grapje, toch? Maar Nick was bloedserieus. Jaxen wist even niet wat hij moest doen. Plots barstte hij in tranen uit. Hij viel in de armen van Nick en huilde zo hard, dat hij bijna geen adem kreeg. Nick streelde hem zacht over zijn rug. "In en uit, Jaxen. Rustig maar.", zei hij lief. Jaxen was na een tijdje weer een beetje rustig. Nick glimlachte naar hem. "Wil je nu naar hem toe, of straks?" Jaxen zuchtte diep. "Nu. Ik heb er alles voor over om bij Tyler te zijn." Nick knikte. "Dan meld ik het even bij Charlie." Nick stond op en liep weg. Jaxen keek naar de wei. In zijn hoofd hoorde hij een zacht gefluister van Elva. Jaxen was heel blij dat hij Tyler weer kon zien, maar hij vond het ook eng. Straks zag Tyler er nog heel slecht uit. Het ongeluk was inmiddels al twee maanden geleden gebeurd. Nick kwam weer aangelopen. "We kunnen gaan!", zei hij. Jaxen keek naar Nick. Nick had zich wel heel snel omgekleed. Zijn paardrijbroek was vervangen voor een spijkerbroek, zijn rijlaarzen voor sneakers en zijn vest in een normale trui. Jaxen stond op en liep met Nick het erf af. Jaxen voelde zijn hart in zijn keel kloppen. Nick wist de weg, dus volgde Jaxen hem. Na een tijdje kwamen ze aan in het ziekenhuis. Nick vroeg bij de balie waar ze heen moesten. De persoon aan de balie verwees ze naar kamer veertien. Nick liep met Jaxen door de gang. Jaxen was al jaren niet meer in een ziekenhuis geweest. Maar dit ziekenhuis zag er wel mooi uit en zelfs gezellig. Nick stopte bij een ingang van een kamer. "Kom maar, Jaxen.", zei hij. Jaxen slikte nerveus. Hij stapte de kamer in. De deur stond gewoon open. In de kamer stond een verpleegkundige. Hij was nog jong en had blond haar. Hij was helemaal in het wit en had sneakers aan. "Hoi Nick!", begroette de verpleegkundige hem. "Hoi, Jesse. We komen voor Tyler.", zei Nick. Jesse wees naar links. Je zag Tyler niet, het bed moest om het hoekje staan. "Jij kent ook iedereen.", fluisterde Jaxen. Nick giechelde. "Jesse is de vriend van Kai. Kai is de broer van Charlie. En ik heb ook weleens in het ziekenhuis gelegen en kom hier wel vaker.", legde Nick uit. Jaxen knikte. Hij was benieuwd waarom, maar dat durfde hij niet te vragen. Nick liep verder. Jaxen liep nerveus achter hem aan. Nick stond stil bij het bed. Jaxen keek ernaar. Tyler lag verstopt onder de deken, maar hij lag naar de muur toe. Geen idee of hij wakker was. Jaxen keek Nick onzeker aan. Jesse kwam aanlopen. "Wie heb je meegenomen, Nick?" "Jaxen. Hij werd depressief toen Tyler verongelukte. Tyler is zijn beste maatje.", zei Nick. Op dat moment draaide Tyler zich om. Hij ging rechtop zitten en keek Jaxen aan. Jaxen keek in zijn donkere, bruine ogen. Tyler zag er goed uit. Jaxen wist even niks te doen. Jaxen ging bij Tyler op het bed zitten. Tyler sloeg zijn armen om Jaxen heen. "Jaxen!", zei hij blij. Dat was de druppel. Jaxen barstte opnieuw in tranen uit. Waarom wist hij niet goed. Was het omdat hij Tyler weer zag? Deed hem goed of slecht om Tyler in het ziekenhuis te zien? Jaxen wist het niet. Tyler keek Jaxen aan. "Oh Jaxen, ik was al zo bang. Ik was al zo bang dat je je veel zorgen maakte. Dat je depressief werd. Mijn gevoel klopte. In voelde het al meerdere keren toen ik hier lag. Ik had het allerliefste je meteen willen vertellen dat het niet had gehoeven." Jaxen keek Tyler aan. Tyler knikte. "Ik weet het ook nog wel allemaal. Dat ik in het ziekenhuis wakker werd en pijn had. Maar ik dacht alleen maar aan leuke dingen. Maar ik voelde ook jouw verdriet. Ik droomde zo vaak over jou. Ik was al zo snel goed genoeg om naar hier te gaan. Hier mag ik weer op gaan starten. Jaxen, maak je geen zorgen om mij. Ik ben sterk genoeg.", zei Tyler. Jaxen knikte zacht. Hij zuchtte diep. Jesse aaide hem over zijn hoofd. "Morgen gaan we kijken hoe goed hij hersteld is en wat hij nog nodig heeft.", zei hij. Jaxen knikte zacht. Hij wist niet wat hij voelde. Hij voelde zich leeg. En hij voelde zich moe. Tyler leek het wel te voelen, want hij ging weer liggen en nam een diepe zucht. "Ben je moe?", vroeg Jesse. Tyler knikte en dat was het laatste wat hij deed. Daarna was hij al in slaap gevallen. Nick keek Jaxen aan. "Ben je ook moe, Jaxen?", vroeg hij. Jaxen leek Nick zijn vraag niet te horen. Hij schrok op toen hij voelde dat iemand hem een tikje gaf. Jaxen keek naar Nick. "Zullen we terug gaan naar de manege? Volgens mij ben je erg moe." Jaxen knikte en stond op. Hij slofte achter Nick aan. Hij kon Nick zijn tempo niet bijhouden, dus Nick stond regelmatig op hem te wachten. Nick sloeg een arm om hem heen. "Ben je wel blij dat je Tyler gezien hebt?", vroeg hij. Jaxen knikte. Hij was ontzettend blij. Het allerliefste hij gesprongen en gedanst. Maar zijn energie was op. Hij kon wel huilen, waarschijnlijk omdat hij nu alles moest verwerken. Ze kwamen aan op de manege. Charlie stond met Elva te wachten. Elva hinnikte lief naar Jaxen. "Hoe was het bij Tyler?", vroeg Charlie. "Tja, hoe moet ik het zeggen? Bijzonder? Maar Jaxen is moe. Het was ook een hele lange, speciale en aparte dag natuurlijk. Elva, school, nieuwe mensen, Tyler. Kunnen we hem niet naar huis brengen?", vroeg Nick. "Dat kan wel. Jaxen, waar woon je?" Jaxen pakte zijn telefoon en liet Nick het adres zien. Nick gaf het door aan Charlie. Charlie zette Elva in een wei en liep naar de paardenbus op de paarkeerplaats. Hij opende het portier van de paardenbus. Nick stapte met Jaxen in en Charlie stapte achter het stuur. Jaxen keek naar buiten. De paardenbus begon met rijden. Jaxen kon nu goed het landschap zien. Toch kwam het niet meer binnen. Na een tijd stopte de paardenbus voor het huis van Jaxen. Jaxen stapte samen met Charlie en Nick uit. Charlie belde aan. De deur opende. Moeder stond in de deuropening. Verbaasd keek ze naar Charlie en Nick. Jax kwam erbij staan. "Hoi! Hier woont Jaxen, toch?", vroeg Charlie. "Uhm ja.", zei moeder verbaasd. Charlie knikte. "Je bent weer lekker thuis, Jaxen.", zei hij. Jaxen knikte zacht. Moeder leek nu wakker te worden. "Wie zijn jullie eigenlijk? En waar komen jullie vandaan? En waarom ben jij zo laat thuis, Jaxen?" "Dat is een lang verhaal.", antwoordde Nick. "Kom anders binnen, dan wil ik graag het weten!", zei Jax. Moeder knikte. Jaxen liep naar binnen en liet zich in de woonkamer op de bank vallen. Meteen kwam hond Delo naast hem liggen. Moeder bood Charlie en Nick een kopje thee aan. "Vertel maar eens.", zei vader. Iedereen stond nu in de woonkamer. Charlie vertelde het gezin over Jaxen zijn depressie over Tyler en de dromen over Elva. Vervolgens vertelde hij wat er vandaag allemaal was gebeurd. Dat Jaxen voor vijftig euro een paard had gekocht, precies uit zijn dromen, dat hij op Manege de Paardenvriend kwam, dat hij met Nick bij Tyler was langs geweest en hoe moe Jaxen nu was. Jaxen kreeg het allemaal niet meer binnen. Hij voelde zich steeds wat slapper worden. Deco pakte zijn hand. "Kom, kleine broer." Deco trok hem omhoog en liep met hem naar boven. Jaxen had nog net genoeg energie om zijn pyjama aan te doen en zijn tanden te poetsen. Jaxen ging in bed liggen en wikkelde zich in de dekens. Duco gaf hem nog een kusje en liep toen de kamer uit. Jaxen merkte het niet eens meer, want hij viel meteen al in een diepe slaap.


Er waren weken voorbij gegaan. Jaxen zat op de rug van Elva. Naast Elva stond de schimmel merrie Avelyn. Op haar rug zat Tyler. Jaxen voelde zich weer dolgelukkig. Charlie en Nick hadden hem alles geleerd over paarden en hem leren paardrijden. Wat Jaxen niet wist was dat Tyler altijd al een bijzondere band met paarden had en daar heel veel vanaf wist. Jaxen keek Tyler aan. "Tyler, waarom had je mij nooit verteld over de paarden? En waarom was je er vroeger al zo dol op?", vroeg hij. "Ik durfde het je nooit te zeggen, omdat jij altijd zo stoer was. Ik was altijd een beetje verlegen en jij niet. Maar paarden zijn enorme wijze dieren, dat zie je heel goed bij Elva. Paarden maken diepe connecties met ons als mens. Het paard geeft ons veel kracht en liefde, maar ook een vrij gevoel. Het paard staat dan ook voor de vrijheid. En dat kan je voelen op een paardenrug, je voelt je vrij. Het paard oordeelt niet, net als alle andere dieren. Paarden hebben bijzondere gaves en het paard heeft een hele goede invloed op de mens. Door paarden wordt de hartslag verlaagd en ervaart de mens minder stress bij de aanrakingen van het paard. Verder spiegeld het paard ons voortdurend en laten ze ons wijze lessen zien. Een paard is een heel trouw dier en wil de mens heel graag helpen. Ook hebben paarden een positieve invloed op mensen met een beperking, ziekte of handicap. Maar ook bij ouderen en mensen in het ziekenhuis. Het paard kan zelfs een persoon uit het ziekenhuis genezen, door invloed van zijn energie en vreugde. Het aanraken van een dier heeft positieve gevolgen op mensen. Het paard is een prachtig dier die meer weet en kan dan we denken. Het is ook daarom waarom veel kinderen zo dol zijn op paarden. Het paard weet zelf ook heel goed wanneer hij voorzichtig met zijn, bijvoorbeeld met kleine kinderen, kwetsbare mensen, gehandicapte mensen of ouderen. Daarom ben ik zo dol op ze. Omdat ze zulke mooie dingen voor ons doen en kunnen. Het is prachtig om te zien welke invloed het paard heeft op de mens.", vertelde Tyler. Jaxen was geraakt over Tylers verhaal. Dat mensen dat nooit hebben gezien, onder andere hemzelf niet. Jaxen ging op de rug van Elva liggen. Het voelde inderdaad als een droom. Paarden, wat zijn ze bijzonder. Jaxen wist ook dat Elva hem had geholpen. Het paard hielp mensen dus ook met depressies en burn-outs. "Helpen paarden ook tegen depressies en burn-outs?", vroeg Jaxen. "Doordat de hartslag wordt vertraagd bij het aanraken of al het zien van paarden, wordt stress ook verminderd, waardoor ook de kans op een depressie of burn-out verminderd wordt. Ook omdat het paard de mens kan laten ontspannen en kan laten lachen. Het paard leert ons ook vooral om in het nu te leven en niet meer te kijken naar het verleden of de toekomst.", zei Tyler. "Wauw, wat bijzonder. Bedankt, Tyler. Ik wist niet dat paarden zo bijzonder waren." "Heel veel mensen weten het ook niet. Het paard wordt vaker door buitenstaanders gezien als een lomp of vies dier, maar het paard is dat niet. Oké, ja, het is soms vies. Maar even voor de duidelijkheid, een paard maakt zich vies tegen die vieze vliegen. Dus het is uit bescherming. Ook wordt het paard als een gevaarlijk dier gezien. Een paard kan inderdaad gevaarlijk zijn, maar geloof me, een paard doet nooit zomaar iets voor de grap. Paarden bokken of bijten niet omdat ze jouw stom vinden of geen zin in jou hebben. Als ze dat doen, kunnen ze ergens pijn hebben of ergens een trauma voor hebben. Of ze zijn heel angstig of onzeker. Daarom moet je heel rustig en geduldig zijn bij paarden.", zei Tyler. Jaxen knikte. "Paarden zijn niet stom, dom of lomp. Ze zijn juist heel wijs, lief en gevoelig." "Precies." Jaxen aaide Elva over haar hals. "Heel erg bedankt, Elva. Door jouw zachte gefluister ben ik er weer bovenop gekomen. Ik hou van je.", fluisterde hij.



11 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Neem me mee

ความคิดเห็น


bottom of page