Farah stond in haar stal. Woede kookte door haar lichaam. Maar toch ook angst. Farah was een Arabische volbloed met een witte vacht. Ze was geboren op een stal met allemaal andere Arabieren. Haar moeder was een getalenteerde springer. Haar vader deed mee aan Endurance. Toen Farah geboren was, kreeg ze de naam Farah met de betekenis beeldschoon. Farah was ook beeldschoon. Maar van haar schoonheid was niks meer over. Toen Farah tweede jaar oud was werd ze verkocht aan een oude man. Farah vond hem aardig. Maar de oude man bleek een handelaar te zijn. Hij had Farah verkocht aan een endurance stal. Maar daar kwamen de mensen erachter dat Farah enorm pit had. Omdat ze nog maar twee was, wou ze helemaal geen zadel op. De mensen konden niks meer met haar, dus verkochten ze haar weer. En nu stond Farah op een stal waar ze haar wouden inrijden. Ze moest elke dag in de stal staan en kwam maar één keer per dag in beweging. Maar in de binnenbak, met een zadel op. Farah ontplofte elke keer weer. Ze kreeg weinig eten, dus was ze dun. Mensen gooide een zadel op haar rug en poetste haar nooit. Farah miste haar oude leven. Maar er was één ding waarom ze dat zo erg miste: Zenno. Zenno was de zoon van de eigenares. Hij en Farah waren dol op elkaar. Zenno mocht alles bij haar. Hij was ontroostbaar toen Farah weg moest. Farah was net zo verdrietig. Maar ook woedend. Ze begreep niet waarom ze weg moest. Ze had het daar toch goed? En ze maakte toch veel lol met Zenno? Farah miste hem verschrikkelijk. Ze zou hem ook nooit meer zien. Ze was al zo vaak verhuisd. Farah zuchtte diep. Ze spitste haar oren. Haar buurman kwam aanlopen. Zijn baasje liet hem de stal in. Farah draaide zich naar hem toe en duwde haar neus tussen de tralies door. "En?", vroeg ze. Haar buurman brieste tevreden. "Eerste plaats! Die trainingen zijn ongelooflijk goed, Farah! Je moet je gewoon overgeven. Ze zullen dan wel goed voor je zorgen." Farah legde haar oren plat. "Dus als ik mij niet overgeef, zullen ze niet goed voor me zorgen?", vroeg ze kwaad. "Zeg, niet meteen zo boos worden. Dat heb ik niet gezegd!", zei haar buurman. Farah draaide zich van hem weg. Kwaad keek ze voor haar uit. Toen hoorde ze voetstappen. Ze rook een onbekende geur. Ze stak haar hoofd over de staldeur. Een jongen van een jaar of achttien liep door de gang. De eigenaar van de stal kwam op hem af. "Ah Mirza! Fijn dat je er bent! Kom verder. Dit is ze!" De eigenaar kwam voor de stal van Farah staan. Hij keek haar even nors aan, maar liet dit Mirza niet merken. Mirza keek haar aan. "Waarom is ze zo dun en vies?", vroeg hij. "Oh ze is er nog niet zo lang. En ze kreeg op haar vorige stal weinig eten. Ze is net buiten geweest.", loog de eigenaar. Farah keek hem woest aan. "Ze ziet er anders erg boos uit.", zei Mirza. "Ach, dat komt door haar vorige stal. Dat komt vast goed. En ze heeft nog geen hooi gehad.", loog de eigenaar opnieuw. Mirza keek hem aan, alsof hij het doorhad. "Oké. En hoe oud is ze?" "Drie jaar.", zei de eigenaar. Dat was gelukkig niet gelogen. "Oké." "Ga maar met haar de binnenbak in.", zei de eigenaar. Hij gaf Mirza het halster en liep weg. Mirza bleef bij de staldeur staan. Hij stak zijn hand uit. "Hoi, Farah. Ik ben Mirza.", zei hij lief. Farah rook aan zijn hand. Mirza opende de staldeur en deed Farah haar halster om. Samen liepen ze naar de binnenbak. Farah steigerde en galoppeerde in volle galop weg. Mirza viel bijna en liet snel het halstertouw los. Farah galoppeerde hard de binnenbak rond. Beweging eindelijk vrije beweging! "Waarom is ze zo wild, als ze net van buiten komt?", vroeg Mirza. "Oh ze zal wel last hebben van de wind.", zei de eigenaar. Mirza keek hem met grote ogen aan. "Maar er staat helemaal geen wind...", zei hij. "Uhm, ja nou." "Hou me niet gek. Ik heb je heus wel door. Farah is niet buiten geweest. En ze is al heel lang niet gepoetst en gevoerd. Haar stal was vies en er lag geen hooi meer in. Haar hele stal lag onder de mest en het water was vies. En ze staat de hele dag op stal. Hou maar op met je smoesjes.", zei Mirza. De eigenaar werd helemaal rood. "Maar, je wil haar toch nog wel?", vroeg hij. "Eigenlijk zou ik in zo'n geval nee zeggen. Maar omdat jullie zo slecht voor haar zorgen, neem ik haar mee.", zei Mirza. "Gelukkig! Wanneer?", vroeg de eigenaar. "Volgende week zaterdag. Tot dan!" Mirza liep de binnenbak uit. De eigenaar draaide zich naar Farah toe en gromde. "Jij stommerd! Je had het bijna verpest. Gelukkig neemt hij je eindelijk mee, rotbeest!" Farah legde haar oren plat en keek hem woest aan. Ze werd de stal ingezet. Haar buurman keek haar aan. "Je gaat verhuizen?", vroeg hij. "Ja, sufferd. Dat zie je toch.", zei Farah. Haar buurman keek haar niet meer aan. Farah draaide rondjes in haar stal. Hopelijk was het snel zaterdag...
Farah stond in de trailer. Mirza had haar net opgehaald. Farah liet verdrietig haar hoofd hangen. Nog verder weg om Zenno nog een keer te zien dacht ze verdrietig. Farah zuchtte diep. Ze stond al een hele tijd in de trailer. Farah probeerde een dutje te doen, maar ze was te verdrietig. Na een uur kwam de trailer tot stilstand. Farah spitste haar oren. De klep ging open. Mirza laade haar de trailer uit. Farah keek om zich heen. Ze zag een wei met daarnaast een enorme paddock. In de wei lagen er allemaal obstakels, zoals boomstammetjes of autobanden. Ook lag er een grindpad en een zandpad, waar je overheen kon rennen. In de wei en de paddock stond een grote schuilstal en een ruif. Er stonden in de wei drie andere Arabieren. Twee ruinen en een merrie. De paddock was dicht. De hekken waren van hout. Farah keek de andere kant op. Daar lag een groot woonhuis. Daarachter een enorme buitenbak. Voor de buitenbak stonden drie houten palen, waar een ijzeren balk in zat vastgemaakt. Dat was vast een buiten poetsplaats. Verder zag Farah bergen, bossen en hoorde ze in de verte een watertje stromen. Mirza aaide haar over haar hoofd. "Mooi hè. Dat is heel wat anders dan dat zanderige landschap.", zei hij glimlachend. Farah stapte verder de klep af. Dat was ze helemaal vergeten door alle indrukken. Ineens viel het haar op dat Mirza helemaal niet had getrokken aan het touw of had gevraagd of ze verder de klep af wou lopen. Hij werd helemaal niet boos op haar! Hij aaide Farah nog eens over haar hals. "Brave meid." Hij liep met haar naar de paddock. Daar stond een grote ruif. Mirza opende het hek en liep met haar door de paddock. Hij liep langs het hek, zodat Farah wist waar precies alles was. Daarna deed hij het halster af en liep de paddock uit. Hij sloot het hek. Farah liep naar het hek die tussen de wei en de paddock lag. Daar stonden de drie Arabieren. Een voskleurige, een bruine en een zwarte. De voskleurige was een merrie. De andere twee waren ruinen. Farah ging bij ze staan. "Hoi, ik ben Farah. Wie zijn jullie?", vroeg ze. De zwarte nam als eerste het woord. "Ik ben Hashim.", zei hij. "Ik ben Umar.", zei de bruine ruin. "En ik ben Maroua.", zei de vosmerrie. "Hoe oud zijn jullie? En wat betekent jullie naam? Ik ben drie en mijn naam betekent beeldschoon.", zei Farah. "Ik ben acht. Mijn naam betekent: verslaat het kwaad.", zei Hashim trots. "Wauw, dat is mooi!", zei Farah. Hashim knikte. "Ik ben zeven. Mijn naam betekent: bloei, blakend.", zei Umar. "Dat is ook mooi!" "Ik ben zes jaar en mijn naam betekent: ster van de zee, schoonheid.", zei Maroua. "Wat een mooie betekenissen. Ik ben dus de jongste.", zei Farah. Hashim knikte. "Waar kom je vandaan?", vroeg hij. Farah zuchtte en vertelde hen het hele verhaal. "En toen nam Mirza mij mee.", zei Farah zuchtend. "Welkom thuis! Mirza is super lief en heel geduldig! Wij worden door hem bereden. Wij springen graag. Endurance zouden we kunnen, want we zijn super snel en hebben een top conditie. Maar wij houden niet van wedstrijden. Dus doen we het altijd in het bos. Maar daarom noemen we dat cross. Maar springen vinden we het leukst. We worden bitloos bereden en staan de hele dag en nacht in de wei of de paddock. Dat mogen we zelf kiezen. Nu niet meer, want nu sta jij in de paddock. Verder worden we lekker gepoetst en niet altijd rijden we. Soms logeert Mirza ons, soms spelen we, soms hebben we vrij, soms gaan we vrijspringen, soms doen we grondwerk en sinds een paar maanden doen we vrijheidsdressuur. Dan doen we allemaal kunstjes. Het is super leuk. Ik heb net geleerd om op het blok te staan. Dat is super leuk.", zei Hashim. Farah kreeg het benauwd. "Rijden?", vroeg ze. "Maak je maar geen zorgen, Farah. Mirza is hartstikke geduldig. Weet je nog toen je de trailer uitkwam? Hij liet je even rondkijken. En we maken ook weleens buitenritten of gaan we wandelen. En Mirza wordt echt niet zo snel boos, hoor.", zei Maroua. Farah knikte. "Ik hoop het." Ze keek Umar, Maroua en Hashim aan. "Maar, Mirza kan toch niet tegelijkertijd op jullie rijden?", vroeg ze. "Haha, nee. Zijn twee vrienden gaan dan altijd mee. En anders zijn broertjes. Als Mirza echt geen tijd heeft, zorgen zijn ouders, zijn broertjes of vrienden voor ons. Hij heeft twee beste vrienden die vaak meerijden. Ze wisselen altijd af. De ene keer gaat Mirza op mij, de andere keer op Hashim of Maroua.", zei Umar. "Oh, oké. En komen die hier vaak?" "Nu nog niet. Mirza wil eerst dat je hier goed kan wennen. Je zal zijn ouders of broertjes wel zien, want die helpen vaak met opruimen en voeren. En die wonen natuurlijk in het huis waar we op uitkijken.", zei Umar. Farah knikte. Ze spitste haar oren. Mirza kwam de paddock in met een kruiwagen. Uit blijdschap gaf Farah een hoge bok. Eindelijk, eindelijk mocht ze weer eten! Mirza moest lachen en stopte het hooi in de ruif. "Het is belangrijk dat je niet meteen teveel eet na lang niet gegeten te hebben. Daar kan je heel ziek van worden. Want je darmen hebben lang stil gelegen en als ze ineens weer hard moeten gaan werken, kan dat gevaarlijk zijn.", vertelde Mirza. Farah nam een grote hap van het hooi. Wat voelde het heerlijk om weer op iets te kunnen kauwen! Farah keek Mirza aan. Mirza aaide haar over haar neus. "Eet smakelijk, Farah!" Hij liep de paddock uit. Farah at het hooi uit de ruif helemaal op. Inmiddels was de avond gevallen. Farah keek naar het zand. Ze liet zich in het zand ploffen en rolde door het zand. Ze stond weer op en galoppeerde er bokkend vandoor.
Farah stond bij het hek. Het was een stralende ochtend. Farah was de nacht goed doorgekomen en was klaar om Mirza weer te zien. Mirza kwam net naar buiten. Hij zwaaide naar Farah. "Goeiemorgen, Farah!", zei hij blij. Farah snoof. Mirza voerde de paarden. Daarna mestte hij de wei en paddock uit. Farah keek hoe hij dat deed. Ze vertrouwde Mirza wel heel goed. Mirza keek naar Farah. "Ik zag dat je heel veel bij het hek staat. Wil je bij de rest staan?", vroeg hij. Farah gaf hem een duwtje. Mirza knikte. Hij ruimde alles op en deed toen het hek open. Farah liep de wei in. Hashim, Umar en Maroua kwamen haar blij begroeten. Farah kreeg een rondleiding van ze. Daarna begon Farah meteen te grazen. Het was lang geleden dat ze had mogen grazen. Maar al na een half uur werd ze met de andere de paddock ingezet. "Sorry, Farah. Anders krijg je teveel eten naar binnen.", zei Mirza schuldig. "Geen zorgen. Morgen mag je iets langer.", zei Maroua, toen ze het teleurgestelde gezicht van Farah zag. Farah zuchtte en begon te eten. Na een lange tijd kwam Mirza de paddock in. Hij deed Farah het halster om. "Kom je?" Farah liep met hem mee. Mirza zette haar vast aan de poetsplaats. Dat vond Farah leuk, want nu kon ze ook andere dingen zien. Zo kon ze naar de wei en paddock kijken. En ze zag goed de grote buitenbak. En uiteraard het woonhuis. Ze zag dat het de achterkant van het woonhuis was. Ze zag een grote trampoline in de tuin, een terrasje met een tafel en stoelen en een raar ding onder een hoes. Mirza zag haar ernaar kijken. "Dat is de barbecue.", zei hij. Wat dat was, wist Farah niet, maar dat maakte haar ook niet echt uit. Ze zag dat de achterkant van het huis twee grote ramen had. Een schuifdeur, waarschijnlijk. Ze zag er een hondje staan. Farah vond hondjes spannend, maar ze konden ook heel leuk zijn. Net als katten. En katten had ze hier wel al gezien. Mirza begon Farah te poetsen. Farah genoot er met volle teugen van. Ze viel zelfs eventjes in slaap. Toen ze weer wakker was, was Mirza al bijna klaar. Hij kamde haar manen nog en ploos haar staart uit. Met een sponsje maakte hij haar mond, neus ogen en hoeven schoon. Maar uiteraard met een ander sponsje voor elk lichaamsdeel. Na een tijdje kwam Mirza aanlopen met een zadel. Farah keek er naar. Ze snoof. Mirza pakte een dekje en legde het op de rug van Farah. Dat deed hij heel rustig en beheerst. Farah keek er naar. Het maakte haar niet heel veel uit. Mirza pakte het zadel en hield het boven de rug van Farah. Farah snoof. Mirza legde het heel zacht neer. Hij trok de singel een beetje aan. Daarna deed hij Farah het bitloze hoofdstel aan. Dat was een hele opluchting voor haar. Bitten vond ze zo onprettig. Mirza nam Farah mee naar de bak. Nu zag Farah zijn moeder ook eens. Ze leek erg op hem. Dezelfde getinte huid, zwart haar en donkere ogen. "Dag, Farah. Ik ben Alya.", zei ze vriendelijk. Mirza aaide Farah zacht. "Kom je, Farah?" Farah werd naast een krukje gezet. "Doe je best, Farah! En je kan het! En denk maar aan het springen, waar je zo enthousiast over was!", riep Maroua. Farah hief haar hoofd. Ze zal haar best doen! Mirza ging op het krukje staan. Hij had de beugels op maat gemaakt. Alya hield de teugels vast. Mirza pakte met twee handen het zadel vast. Hij zette zijn voet in de beugel en zette zich voorzichtig af. Farah voelde haar hartslag omhoog gaan. Ze probeerde het te onderdrukken. Mirza sloeg zijn been over het zadel en ging voorzichtig in het zadel zitten. Hij zette zijn andere voet in de beugel en pakte de teugels vast. Alya maakte de singel nog wat strakker vast. Ze zette een paar stappen achteruit. Farah bleef doodstil staan. Heel zacht duwde Mirza zijn voeten tegen haar flanken. Dat was voor Farah teveel. De angst steeg en de woede kwam oplopen. Farah wou dat zadel van haar rug! Farah schoot naar voor en gaf een harde bok. Ze galoppeerde hard de bak door, die nu enorm groot leek. Farah gooide haar achterbenen de lucht in en haar neusgaten waren wijd opengesperd. Met wilde kracht probeerde ze het zadel van haar rug te krijgen. Farah sprong opzij en gaf een hoge bok. Haar rug was bol en Farah hoorde en zag niks meer om haar heen. Tot ze ineens haar naam hoorde. Het was Hashim. "Farah, stop!", riep hij hard. Farah keek achterom. Ineens merkte ze dat Mirza niet meer op haar rug zat. Farah keek op. Hij zat in het zand en keek naar haar. Hij stond op en klopte het zand van zich af. Alya kwam naast hem staan. Farah stond stil. Haar hart bonkte tot in haar hoofd en het leek wel alsof hij haar borst uit ging springen, zo snel bonkte hij. Farah keek Mirza met grote ogen aan. Mirza keek bedenkelijk. "Hmm. Het lijkt wel alsof je zadels niet gewend bent. Tijdens het opzadelen leek je ook al gespannen. Ik probeer het nog een keer, goed?" Mirza zette haar weer naast het krukje. Maar Mirza had nog meer één voet in de beugel, of Farah galoppeerde en bang vandoor. Ze bolde haar rug en bokte zo hoog als ze kon. Mirza keek naar haar. "Farah, kom eens, meisje." Farah hoorde hem niet meer. Ze wou alleen dat zadel van haar rug. Ze was te bang. Of eerder woedend. Maar ineens kwam Farah met een schrok terug in het heden. Farah was gebotst tegen het hek. Uit alle paniek sprong Farah opzij, maar iets hield haar tegen. Ze kon geen kant meer op. "Farah! Farah, rustig!" Mirza liep naar haar toe. "Hooo, Farah. Rustig." Farah keek hem met grote ogen aan. Mirza aaide haar zacht over haar hoofd. Hij maakte de riempjes van het hoofdstel los en liet het over haar oren glijden. Maar halverwege gooide Farah haar hoofd weer omhoog. Het hoofdstel vloog door de lucht, maar had ook Mirza geraakt. Farah probeerde te vluchten, maar plots stak Mirza zijn hand omhoog. En dat commando kende Farah. Zenno stak zijn hand altijd omhoog als ze moest wachten of stoppen. Mirza leek het op te merken. "Hé, ken jij dat?", vroeg hij. Farah keek hem met grote ogen aan. Mirza vroeg niet verder. Hij maakte de singel los. Farah schoot vooruit. Het zadel vloog haar rug af en Mirza kon nog net opzij duiken. Farah kwam een paar meter weer tot stilstand. Gelukkig, ze was weer vrij! Mirza pakte het zadel op en keek naar Farah. "Jij kent andere commando's dan andere paarden, volgens mij. Of je bent nooit verder beleerd." Alya knikte. "Wat is zij een pittige zeg. Ik heb nog nooit zo'n pittige Arabier gezien!" Verder hoorde Farah het niet meer. Verdrietig liet ze haar hoofd hangen. Ja, ze was pittig. Maar begreep dan echt niemand dat ze zich onveilig voelde door dat zadel? En dat ze zich daar opgesloten door voelde. Hoe graag ze ook wou springen samen met iemand op haar rug, het lukte haar gewoon niet. En het hielp ook al niet dat ze Zenno zo erg miste. Mirza keek op. "Farah, kom eens!" Verdrietig sjokte ze naar Mirza toe. Mirza aaide haar zacht. "Het geeft niet, Farah. Je bent nooit ingereden en je bent nog super jong. Het komt wel goed. Je mag eerst wel lekker genieten van je kinderjaren." Maar Farah kon de rest van de dagen niet meer genieten. Ze had geen honger meer en ze werd steeds dunner. Mirza zag het gebeuren. Hashim tikte Farah aan. "Wat is er aan de hand, Farah? We maken ons zorgen.", zei hij. Farah keek hem aan. "Ik mis Zenno. Maar ik zal hem nooit meer zien. En mijn dromen zullen toch nooit uitkomen. Ik ben niet geschikt voor onder het zadel.", zei ze verdrietig. Troostend duwde Maroua haar neus tegen haar aan. "Tuurlijk wel. Maar eerst moet je gewoon aansterken. En gewoon genieten van je leven. Mirza gaat met je vrijheidsdressuur doen, hoorde ik hem gister zeggen.", zei Maroua. Farah keek haar aan. "Maar als ik jullie zo zie, wil ik ook.", zei ze verdrietig. "Dat komt wel, Farah. Geloof me. Bij mij duurde het ook heel lang voordat ik eindelijk Mirza vertrouwde op mijn rug. Door de vrijheidsdressuur, kreeg ik steeds meer vertrouwen in hem. Maar wat is het ergste, Farah?", vroeg Maroua. Farah zuchtte diep. "Het zadel. Het geeft me een opgesloten gevoel. En ook alsof ik niet goed adem kan halen. Ik denk eigenlijk als Mirza op mijn rug zou stappen, zonder dat zadel, ik het veel minder eng vind. En al die commando's zijn zo anders dan die van Zenno. Zenno deed alles op stem en lichaamstaal.", zei Farah verdrietig. Hashim en Umar waren erbij komen staan. "Hmm. Maar hoe laat je dat Mirza weten? Want jij loopt daar tegenaan. Het is niet dat je mensen haat, maar je begrijpt ze gewoon niet. Logisch, als je anders beleerd bent.", zei Umar. Farah keek hem verdrietig aan. "Laat me eens denken. Ik weet het misschien. Kijk eens naar het moment dat Mirza zijn hand opstak. Jij wist daarvan dat je dan moest stoppen. Je moet op zijn gebaren letten. Als je er eentje herkent, moet je daar op reageren. Dan heeft Mirza het snel genoeg door! Dat weet ik zeker!", zei Hashim. Farah keek hem aan. Misschien had hij gelijk. Farah keek naar het erf. Mirza stond rustig te vegen. Farah schudde haar hoofd en liep naar het hek. Ze ging bij het hek staan en keek naar Mirza. Mirza had nog niks door. Farah keek hoe hij het stro en zand bij elkaar veegde. Farah snoof en draaide een rondje. Mirza keek op. "Hey, Farah.", zei hij glimlachend. Hij ging weer door met vegen. Farah keek hem aan. Ze schudde haar manen los en hinnikte luidkeels. Mirza keek haar aan. "Wat is er, Farah? Heb je honger?" Farah legde haar oren naar achter. "Nee? Wil je aandacht?" Farah keek hem met een schuin hoofd aan. Mirza moest lachen en zette de bezem tegen de muur. Hij liep naar het hek en ging daar een eindje verderop staan. Farah spitste haar oren en keek hem aan. Mirza keek naar haar. Alya kwam bij hem staan. "Waar heb je de bezem gelegd?", vroeg ze. Mirza wees opzij. Farah zette een stap opzij. Mirza keek op. Farah keek hem aan. Mirza wees opnieuw opzij. Farah zette nog een stapje opzij. "Hé, jij gaat opzij als ik opzij wijs!", merkte hij op. Alya zag het ook. "Probeer nog meer gebaren, Mirza." Mirza dacht na. "Hoe zou ze opzij kunnen draaien?", vroeg hij. Farah keek hem verwachtingsvol aan. Mirza liep de wei in en ging bij Farah staan. Hij wees naar haar schouder. Farah wachtte nog steeds. Ze wachtte op het woord. Mirza merkte het op. "Moet ik nog iets zeggen?" Farah snoof. Mirza dacht na. "Opzij!", zei hij, terwijl hij naar haar schouder wees. Maar Farah verzette geen stap. Mirza dacht na. "Zijwaarts!" Maar ook daar ging Farah niet opzij. Mirza dacht diep na. "Om welk woord gaat het, Farah?" Farah had zijn eerste woord gehoord. Ze zette haar achterbenen opzij. Nu stond ze naast het hek. Mirza keek haar aan. "Zei ik het?!", vroeg hij verbaasd. Farah keek hem aan. Mirza dacht na. Hij liep naar de andere kant en wees naar haar schouder. "Om!" Farah draaide zich met haar neus richting het woonhuis. Mirza aaide haar over haar hals. "Ah, nu snap ik het! En als je naar achter moet?" Mirza ging voor Farah staan en wees naar voor. Farah keek hem aan. "Achter!" Farah zette een paar stappen naar achter. Mirza knikte. Hij ging bij haar schouder staan en wees naar voor. "Voor!" Farah stapte naar voor. "Heel goed, Farah! Brave meid!" Farah vond het leuk. Ze gaf Mirza een duwtje. Mirza legde zijn hand op haar schouder en liet hem langzaam naar beneden glijden. Hij pakte haar voorbeen vast. "Voetje!" Braaf tilde Farah haar been omhoog. Mirza beloonde haar en zette haar been voorzichtig weer neer. "Hmm. Nu ben ik benieuwd naar meer." Mirza zette wat stappen naar achter en wees net voorbij haar borst. "Stap!" Farah begon te stappen. Mirza knikte en wees opnieuw. "Draf!" Farah ging braaf in draf. Mirza kreeg een lach op zijn gezicht. "Galop!", zei hij, terwijl hij opnieuw wees. Farah sprong blij over in galop. Mirza keek haar blij aan. "Goed zo, Farah!" Hij stak zijn hand op. "Halt!" Farah ging meteen in de rem. Mirza liet haar weer in draf gaan. "Eens denken. Hoe krijg ik je dan rustig terug in stap, zonder dat je meteen stilstaat?" Farah keek hem aan. Mirza dacht na. Hij bewoog zijn hand van links naar rechts, in rustig tempo. "Stap!" Farah ging in stap. "Ja, goed zo, Fraha!", riep Mirza enthousiast. Farah brieste blij. Zenno had haar dat allemaal geleerd en Mirza had het gewoon geraden! Mirza aaide Farah over haar hoofd. "Misschien is dit makkelijker om je te leren rijden. Je reageert heel goed op stemcommando.", zei hij. Farah duwde haar neus in zijn handen. Mirza aaide haar over haar hoofd en liep de wei uit. Farah gaf een hoge bok. "Zagen jullie dat? Zagen jullie dat?", vroeg Farah enthousiast. "Wauw, wat deed je het goed, Farah! Zo lijk je zo mak als een lammetje!", zei Hashim. "Mirza had het snel door. Je hebt het super gedaan, Farah!", zei Maroua. "We zijn trots op je. Je komt er heus wel.", zei Umar. Farah straalde van trots. Na een tijdje haalde Mirza haar uit de wei. Hij begon haar te borstelen. Farah genoot ervan. Mirza kriebelde haar over haar borst met de borstel. Farah genot ervan. Mirza liet plots de borstel vallen. Farah gooide haar hoofd omhoog en liep heel snel achteruit. Ze hing aan het touw en steigerde een beetje. Mirza raapte de borstel op. Hij stak zijn hand omhoog. "Rustig, Farah." Hij wees vooruit. "Naar voor." Farah werd weer rustig en zette braaf wat stapjes naar voor. Mirza aaide haar over haar hoofd en ging verder met poetsen. Farah genoot ervan.
Farah liep onrustig heen en weer. Mirza had elke dag dekje gelegd. Farah vond dat helemaal niet erg. Mirza had ook weleens op het krukje gestaan en zijn been over haar rug gelegd. Farah kon het niks schelen. Het zadel was de boosdoener. Mirza pakte de teugels vast en liep met haar naar het krukje. Hij ging op het krukje staan en wees voor zich uit. Farah ging naast het krukje staan. Mirza aaide haar over haar hoofd. Hij legde zijn rechterbeen over haar rug. Farah bleef rustig staan. Mirza ging heel voorzichtig op haar rug zitten. Farah brieste tevreden. Mirza mocht op haar rug zitten, zolang er geen zadel op haar rug lag. Mirza aaide haar over haar hoofd. "Voorwaarts, Farah!" Farah begon te stappen. Ze had er alle plezier in. Mirza liet haar alleen wat rondjes stappen. Na een lang tijdje sprong hij van haar rug. Hij aaide haar over haar hoofd. "Goed gedaan meisje." Farah was zo blij, dat ze wel kon zingen. Mirza poetste haar even goed en zette haar daarna terug in de wei. Farah was weer helemaal aangekomen en zag er net zo gezond uit als haar soortgenoten. Farah begon lekker te grazen. Ze kon als ze wou ook de paddock in. Daar ging ze vaak heen om te rennen of een dutje te doen. Maar ook wel als er lekker hooi in de ruif lag. Farah oefende elke dag met Mirza. Ook met het zadel. Mirza had een elastische singel gekocht met een laagje bont. Hij deed de singel nog niet vast. Hij hield het eerst altijd even tegen haar buik aan. Farah begon het zadel elke dag steeds minder eng te vinden. Ook kon ze al springen, met of zonder Mirza op haar rug.
Farah stapte door de bak. Op haar rug lag het zadel, met Mirza erop. Farah vond het niet meer eng. Mirza had haar vertrouwen gewonnen. Farah was dolgelukkig op haar woonplaats. Ze hield van haar vrienden en van Mirza. Ze had ook geen bezwaar meer tegen de kippen, katten en honden op stal. Farah had vaak ook in het bos gewandeld en deed heel vaak vrijheidsdressuur met Mirza. Mira liet Farah in galop gaan. Farah galoppeerde naar de hindernis toe. Ze sprong er blij over. Mirza aaide haar over haar hals. "Braaf!" Alya kwam kijken. "De pit zit er nog in, op een positieve manier. Je kan lekker hard met haar gaan. Tuurlijk, ze heeft veel pit in zich. Maar haar angsten zijn helemaal verdwenen!" Mirza knikte. "Ja! Vorige week hadden de boys ook op haar mogen rijden!" Farah brieste blij. Ja, Mirza zijn broertjes mochten op haar rug zitten. Ze wist niet dat kinderen zo leuk waren. Mirza's jongste broertje Nadir van twaalf vond haar in het begin nog spannend. Maar toen zijn oudere broer Yassir van vijftien erop ging, vond hij het niet meer zo eng. Ook had Farah de twee beste vrienden van Mirza gezien. Juda en Musa. Geen broers, maar toch lijken hun namen op elkaar. Alleen reden hun nog niet op haar. Mirza wou haar eerst echt nog wat beter leren wennen aan zijn twee vrienden. Dat vond Farah heel fijn. Mirza en Farah reden nog hun rondje. Daarna werd ze afgezadeld, gepoetst en in de wei gezet. Farah begon lekker te grazen. "Dat ging echt lekker, Farah.", zei Maroua. "Ja, dat vond ik ook." Farah graaste lekker van het gras. Het werd steeds rustiger op het erf. De broertjes en ouders van Mirza gingen naar binnen om te koken. Mirza ruimde alles op. Nu was hij aan het vegen. Farah brieste blij en genoot van het sappige gras. Ineens hoorde ze een autodeur dichtslaan. Met een ruk gooide Farah haar hoofd omhoog. Ze keek naar het erf. Ze zag een jongen met super licht blond haar de wei in komen rennen. Tranen stroomde over zijn wangen. "Farah! Farah!", riep hij. Farah schrok. Zenno! Farah hinnikte. Zenno viel haar om haar hals. "Oh Farah! Ik heb je gevonden!", zei hij. Farah duwde haar neus in zijn haar. Ze snoof zijn geur goed op. Wat had ze hem gemist! Zenno aaide haar over haar hoofd. "Ik miste je zo erg. Ik had overal naar je gezocht. We hadden je oude eigenaren gebeld, maar ze wouden niks zeggen. Tot Mirza ons op een dag belde. Hij zei dat je hier was!", zei hij huilend. Hoe blij ze ook was om Zenno weer te zien, toch was ze ontzettend verdrietig. Maroua zag het. "Ben je niet blij om Zenno weer te zien? Je miste hem zo erg.", zei ze. Farah zuchtte. "Jawel, maar ik wil niet meer weg. Ik hou van Zenno EN van Mirza. En van jullie. En de wei en paddock. Ik wil niet weer naar een ander huis. Ik heb het hier naar mijn zin. En ik hou enorm veel van Mirza, maar ook van Zenno. Ik wil ze alle twee niet weer kwijt. Nu moet ik weer kiezen tussen twee dingen. Waarom als ik gelukkig ben, komt er altijd weer iets vervelends op me pad?", vroeg Farah verdrietig. Maroua had medelijden met haar vriendin. Zenno liep met Farah naar Mirza. "Ik ben zo blij dat ik haar weer gevonden heb. En wat woont ze hier mooi! Je hebt haar zo goed verzorgd!", zei hij. Mirza knikte. "Ik kon haar niet laten staan daar bij die oude stal. Maar...Wil je haar nu weer verhuizen naar een stal?" Zenno zuchtte. "Ik heb te weinig geld om Farah over te nemen en haar te plaatsen op een stal. Maar ik heb haar zo gemist, dat ik haar niet kwijt wil. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik woon hier in de buurt en ken een super goede manege, maar ik kan haar echt niet houden. En ik zie dat ze hier gelukkig is. En ze houd ook van jou.", zei Zenno. Mirza sloeg zijn arm om Zenno heen. "Maar ik heb wel een idee. Farah blijft gewoon lekker hier wonen. En jij mag dan mij komen helpen op stal. En als we op buitenrit gaan, kan jij op Farah. Ik heb twee andere vrienden, maar we hebben vier paarden. Als jij er bij komt, zijn we compleet! En we kunnen dan ook altijd afwisselen met de paardjes. En we kunnen Manege de Paardenvriend bezoeken. Dan kan Charlie Farah behandelen.", zei Mirza. Zenno keek hem aan. Hij vloog Mirza om de hals. "Oh dat is geweldig! Dank je wel, dank je wel!" Farah gaf een hoge bok. Ze hoefde helemaal niet weg!
Farah stapte over de straat. Naast haar liepen Zenno en Mirza. Ze liepen het erf op van Manege de Paardenvriend. Mirza had Zenno en Farah verteld dat Charlie de eigenaar is. Charlie is nog heel jong en geeft paardrijlessen. Voor kinderen met een beperking of ziekte is er ook plaats. Ook helpt Charlie getraumatiseerde paarden. Hij heeft er ook al heel veel gered. Charlie is hooggevoelig en spiritueel. Ook kan hij met paarden praten. Op de manege lopen stalhulpjes rond. Die doen klusjes op stal en zorgen voor de dieren. De stalhulpjes zijn Emiel, Nick, Brayen en Eva. Charlie woont op de manege met zijn vriendin Ammy. Zijn broertje Jovani woont er ook, omdat Jovani in het verleden een ongeluk heeft gehad. Emiel woont ook op de manege, omdat het ooit heel slecht ging thuis. De paarden op de manege staan dag en nacht buiten en kunnen zelf naar binnen als ze dat willen. Farah stond stil op het erf. Ze zag de grote wei met schuilstallen, een kuil, een heuvel, ruiven, een waterplas en veel bomen liggen. Voor de wei lagen twee grote paddocks en de buitenbak. Ook was er een longeercirkel en een stapmolen. Er waren nog meer stallen, waar de binnenbak in lag. De luiken van de stallen stonden open. Er was ook nog een buiten poetsplaats met plaats voor meer dan vier paarden. In de wei stond een hele kudde. Op het erf stond Charlie. Hij had bruin haar en helderblauwe ogen. Hij was slank en zag er lief uit. Farah rook aan Charlie. Hij rook heerlijk. Charlie neem Farah mee naar het kristalbed. Het kristalbed bestond uit zeven gekleurde kristallen. Dat waren de kleuren van de chakra's. En de chakra's zijn de energiepunten, met ieder een eigen kleur. Het kristalbed brengt de chakra's in balans en zorgt voor ontspanning. Ook verwerkt het trauma's en voert het alle stress af. Farah vond het heerlijk om eronder te staan. Charlie was super lief en heel geduldig. Na ruim een uur ging Farah weer naar huis. Zenno had afgesproken dat Charlie elke week hem les zou geven. Dus Farah kwam nog elke week op de manege, wat ze erg leuk vond. En ze ging dan tegelijkertijd met Maroua. De ruinen gingen de dag erna. Zenno zadelde Farah op na het poetsen. Musa en Juda hadden Hashim en Umar al opgezadeld. Mirza had Maroua ook al klaar gemaakt. Zenno steeg in het zadel. Farah stapte het erf af. In het bos gingen ze in draf en deden ze een galopje. Ze kwamen uit op het grote open veld. Je zag allemaal gras. Om het veld lagen er alleen maar bomen. Het zag er elke dag weer magisch uit. Zenno liet de teugels vieren. Farah ging er in volle galop vandoor. Maroua, Hashim en Umar galoppeerde met haar mee. Farah voelde wind in haar manen. Ze sperde haar neusgaten open. Ze was gelukkiger dan ooit tevoren.
Comentarios