top of page
Foto van schrijverLiseroos

Het wilde paard

Bijgewerkt op: 17 jun 2023

Giovane woont in een prachtig natuurgebied met zijn kudde. Giovane ziet nauwelijks mensen en dat vind hij maar goed zo. Hij vindt mensen eng en onbetrouwbaar. Zijn moeder zegt hem dat dat komt door vroeger. Giovane kan zich inderdaad herinneren dat een mens hem pijn gedaan had. Daar denkt hij liever niet aan terug. Giovane is een jonge hengst en geniet volop van zijn leven in het grote natuurgebied. Tot alles anders wordt...


Giovane graaste van het gras. Hij voelde de warme avondzon op zijn vacht schijnen. Giovane keek naar het water voor hem. Het glinsterde. Giovane snoof. Zijn moeder kwam naast hem staan. "Luister, lieverd. Als jij groot wil worden, zal je een tandje bij moeten zetten. Je moet echt proberen om naar de mensen te trekken." Giovane gooide zijn hoofd omhoog. "Mensen? Ben je gek?! Mensen zijn onbetrouwbaar! Nee echt niet! Ik vertrouw ze voor geen meter! Doe het maar lekker zelf! Maar ik ga niet naar mensen toe!" Hij snapte niet waarom zijn moeder dit zei. Hij had het toch prima zo? Giovane ging verder met grazen. De avond viel. Het was donker en stil. De maan scheen aan de hemel. Giovane lag in het gras. Hij keek naar het glinsterde water. Hij voelde zich ontspannen en goed. Dit leven was fijn!


Giovane snoof. De zon scheen aan de hemel. Giovane steigerde. Mensen kwamen op hem af. "Hoooo, paardje!", zei de eigenaar van het natuurgebied. "Kijk uit! Hij is nog jong!", riep een ander. Giovane legde zijn oren plat. "Klopt. Omdat hij nog zo jong is, bied hij nog veel kansen. Hij levert vast veel geld op." Giovane werd van binnen steeds bozer. De twee mannen kwamen op hem af. Giovane liep achter. Plots voelde hij iets achter hem. Geschrokken sprong hij vooruit en gaf een trap naar achter. Twee touwen werden om zijn nek geslagen. "Mama, help!", hinnikte Giovane. "Het gaat je goed, lieverd!", riep zijn moeder terug. Giovane gaf een paar hoge bokken. Hij werd een trailer in gedreven. Giovane schopte tegen de klep. Hij was woedend. De trailer reed wild en Giovane was behoorlijk bezweet. Hij moest zijn balans houden, maar dat was heel lastig. Na een lange tijd werd de trailer tot stilstand gebracht. Hij werd de trailer uitgedreven. Giovane snoof hard. Hij stond in een vreemde zandbak. Een paddock, noemde mensen het. Giovane keek rond. Hij zag stallen. Er staken paardenhoofden uit. Giovane keek naast zich. Naast zich lag nog een paddock. Achter hem lag een groot weiland en aan de andere kant, bij de stallen een buitenbak. Het was klein. Giovane zag een grijs Arabier hoofd uit de stal steken. Het was ook nog een jonge hengst. Hij keek naar Giovane en hinnikte zacht. Giovane keek om zich heen en hinnikte zacht. Maar dat had hij beter niet kunnen doen. Een bruin kwpn paard stak haar hoofd uit de stal en snoof. "Laat hem met rust! Hij is van mij!", snauwde ze. Giovane schrok ervan. De merrie was behoorlijk fel! Ze zag er ook erg schoon uit. Haar vacht glom en haar manen waren ingevlochten. Ze keek hem doordringend aan. De Arabier hengst leek er niks van aan te trekken en begon tegen de deur te schoppen. De merrie probeerde hem te bijten, maar kon natuurlijk niet bij hem. Hij keek haar aan. Hij was gestopt. Hij bleef haar aankijken en gaf toen weer een schop. De merrie ontplofte. Ze probeerde hem te bijten en gaf een paar flinke trappen. Dat vond de Arabier wel grappig. Hij gaf nog een harde schop. De merrie trapte nog harder. Alsof de twee een wedstrijdje deden wie het hardst kon trappen. De Arabier en de merrie bleven schoppen. Giovane spitste zijn oren. Hij hoorde een deur dichtslaan. "Hé! Kap daar eens mee!" Een stevige man stond bij de stal. "Foei! Kappen! Over een kwartier mogen jullie pas naar de wei!" Giovane slikte. Die man zag er nou niet heel aardig uit! Hij liep weg. Na een kwartier kwam een slank meisje aanlopen. Ze droeg dure rijkleding en had een prachtig halster vast. Ze deed de merrie het halster om en opende de staldeur. De merrie stapte arrogant de stal uit. Ze keek Giovane doordringend aan. Ze snoof en keek met opgeheven hoofd rond. Het meisje deed de merrie een deken op en liet haar de wei in. Tot Giovane zijn schrik stond ze in de wei achter de paddock. De Arabier werd bij de merrie gezet. Giovane ging nieuwsgierig bij het hek staan. De merrie liep naar hem toe en sloeg met haar staart. "En wie ben jij dan?", vroeg ze. Het klonk niet heel aardig. "Ik ben een wilde hengst uit een prachtig natuurgebied.", zei Giovane dapper. De merrie gromde. "En wat doe je hier dan?", snauwde ze. "Ik ben gevangen door die enge mensen.", zei Giovane. De merrie lachte hem uit. "Mensen zijn echt niks vergeleken met ons, hoor! Wij zijn veel sterker. Kijk maar naar mij." Ze ging er echt voor staan en deed alsof ze een fotoshoot deed. "Doe niet zo overdreven.", zei de Arabier. Boos keek ze hem aan. "Pardon? Ik ben wel de MOOISTE merrie van het land en IK ben hier de baas. Dus hou je mond!", snauwde ze. De Arabier rolde met zijn ogen. De merrie liep weg en graaste van het gras. De Arabier liep naar het hek. De merrie kwam boos op hem afgestormd. "Laat mijn vriendje met rust!", snauwde ze tegen Giovane. "Hij doet toch niks.", zei de Arabier. "Jullie zijn watjes! Dommerds! Jullie kunnen beter op stal staan, sufferds." Ze liep weg. De Arabier tikte Giovane aan. "Luister maar niet naar haar. Ze denkt dat ze alles is. Wie ben jij? Ik ben Joven." Giovane zuchtte. "Giovane." Joven brieste. Hij kletste met Giovane. Na een tijd, toen de paarden terug op stal stonden, zag Giovane een jongen bij het hek staan. Hij was een jaar of zestien. Giovane was nieuwsgierig, maar ook bang. De jongen keek dromerig naar Giovane. "Wauw. Wat ben je toch prachtig.", zei hij. Giovane snoof. Moest hij de jongen vertrouwen? De jongen keek op. De stevige man kwam naast hem staan. Joven had hem verteld dat dat de eigenaar is. "Vergeet het, Josias. Hij is wild. Je kan niet op hem rijden. We laten hem inrijden en dan verkopen we hem. Hij levert heel veel geld op. Dan kan ik een nieuw en beter paard voor je kopen." De jongen keek de man aan. "Ben je gek geworden? Dat paard is prachtig! Ik wil HEM en geen ander! Je mag hem niet verkopen!" De man schudde zijn hoofd. "Mijn besluit staat vast, neefje. Ik rijd hem in en dan vertrekt hij." "Je bent gemeen! Je verkoopt Andessia toch ook niet? Zij is net als hem jong en prachtig! Je mag hem niet wegdoen, oom!" "Ik ben de baas! Jij niet! Ik verkoop hem, punt uit. En ik ga toch het paard van mijn dochter niet verkopen?" "Nee, maar van je neefje wel! Ik wil je nooit meer zien! En denk maar niet dat je van mij afkomt! Ik zal strijden voor dat paard!" De man lachte. "Je kan het proberen ja. Lukken is een ander verhaal, haha." De man liep weg. Kwaad brak de jongen een takje door midden. "Ik laat je niet gaan, paardje! Je bent veel te mooi!" Toen liep hij weg. Giovane was geschrokken van het gesprek. Die man wou hem dus gaan berijden en dan moest hij weg? Giovane keek naar de merrie en zuchtte. Plots had hij medelijden met haar. Ze was vast heel zielig. Heel ongelukkig. Giovane zuchtte. Ze was wel een prachtige merrie. Heet ze nou Andessia? Wat een prachtige naam! Giovane zuchtte diep. Hij raapte de moed bij elkaar. "Andessia?", hinnikte hij zacht. Het hoofd van de merrie kwam met een ruk naar buiten. Verbaasd keek ze Giovane aan. "Ik heb respect voor je. Je bent prachtig.", zei Giovane. Andessia keek hem met grote ogen aan. "Uhm, b-b-bedankt.", stotterde ze. Giovane glimlachte. Maar eigenlijk voelde hij zich vreselijk.


Er was een week voorbij. Giovane stond opgesloten in een stal. Hij stond vastgebonden. Hij kon geen kant op. De man legde een zadel op zijn rug. Hij deed Giovane een hoofdstel om. Giovane vond het bit vreselijk. Hij vond het hoofdstel niet fijn en schudde wild met zijn hoofd. Maar hij werd vastgegrepen. Giovane werd boos en bang. Hij snoof hard. Maar de man was te stevig. De eigenaar zette zijn voet in de beugel en steeg het zadel in. Giovane trok aan het hoofdstel. De man gaf hem een tik op zijn hoofd. "Stoppen en lopen!" Hij trok aan de teugels en liep vooruit. Giovane snoof. Hij voelde plots twee dingen in zijn flanken porren. Giovane steigerde, waardoor de man de teugels verloor. Giovane gaf een hoge bok en galoppeerde weg. "Haal hem terug!", schreeuwde de man op de grond. "Halt, stom paard!" De man op zijn rug trok aan de teugels. Giovane steigerde zo hoog als hij kon. "Noem je dat rijden?", klonk een bekende stem. "Hou je mond dicht, Josias! Ik moet hem toch inrijden?!", snauwde de man op Giovane zijn rug. Verder kwam hij niet. Giovane maakte een bok. "Je doet het helemaal verkeerd. Ik had je gewaarschuwd. Dat arme paard. Je verwond jezelf. Maar goed. Wie niet luisteren wil, moet voelen.", zei de jongen. De man gromde. Giovane schrok ervan en sprong met vier benen tegelijk in de lucht. Hij bokte erop los en steigerde hoog. De man trok aan de teugels. Giovane stond stil. "Zie je. Hij geeft op.", zei de man. "Hmm." Giovane snakte naar adem. Hij snoof. "Kijk eens. Lekker voor je, neefje!" Giovane schrok en gaf een hoge bok. Hij steigerde. Met een plof kwam de man in het zand terecht. De jongen giechelde. Hij knikte en gaf een knipoog aan Giovane. Giovane vond hem steeds leuker en grappiger. De man stond op. "Au, au! Mijn arm!" "Ik zei het toch! Jij wou niet luisteren! Kom. Ik breng je terug." De jongen stak zijn hand uit. Giovane snoof. Hij zag de man weglopen. Giovane keek naar de jongen. Hij had glanzende groene ogen en een lief gezicht. Hij had een stralende lach en schitterend donkerblond haar. Giovane snoof zacht. Heel voorzichtig strekte hij zijn hals, tot zijn neus bijna de hand aanraakte. Hij snoof de geur op. De jongen rook lekker. Hij rook een beetje naar hooi, wat snoepjes en paarden, maar ook naar zichzelf. Giovane snoof nog eens. De jongen rook vertrouwd. Giovane keek hem aan en hief zijn hoofd. De jongen had doodstil gestaan. Hij glimlachte. "Brave jongen. Je bent zo mooi. Krachtig, sterk en heel wijs. Kom, ik zal je wel beleren. Ik ben Josias.", zei hij. Giovane snoof zacht. Josias. Dat klonk lief. Josias zette een stapje naar Giovane zijn schouder. Giovane snoof. Hij vond het prima. Josias kwam bij zijn schouder staan en kriebelde hem over zijn schoft. Giovane ontspande. Hij kriebelde Josias terug. Josias aaide hem. Hij pakte de teugels en bracht ze langzaam naar links. Giovane volgde. Hij volgde de bewegingen van Josias. Hij zette zijn hand in de stijgbeugel. Hij zette druk. Giovane vond het spannend, maar Josias was heel rustig. Langzaam steeg hij in het zadel. Giovane schrok ervan. Hij steigerde hoog. Josias bewoog mee. "Hooo. Rustig. Braaf.", zei hij rustig. Giovane wende eraan. Hij begon er plezier in te krijgen. "Josias! Kom onmiddelijk van dat gevaarlijke paard vandaan!", klonk een boze vrouwen stem. Giovane keek op. "Oh dat is mijn moeder, lieverd. Ze vind je gevaarlijk. Maar jij bent heel lief." Josias sprong uit het zadel en aaide Giovane. "Ik noem je..." Giovane slikte. Josias dacht na. "Giovane! Dat is Italiaans voor jong. Want je bent nog jong. En je zal altijd jong blijven. Want ik weet zeker, jij bent heel sportief en heel leuk! Kom. Dan breng ik je naar de paddock." Giovane vertrouwde Josias nu helemaal. Kon hij maar altijd bij hem blijven. Hij was zo vrolijk en zo gezellig! Giovane werd afgezadeld en in de paddock gezet. "Wat kijk je droevig.", merkte Joven op. Giovane zuchtte. "Ik moet weg als ik ingereden ben. Maar ik wil bij Josias blijven. Hij is leuk en lief. En iedereen vind me gevaarlijk. Josias snapt mij tenminste." Joven knikte. "Andessia, kom eens." Andessia kwam naast Joven staan. Sinds de lieve opmerking van Giovane, deed ze ook aardig tegen hem. Ze snoof. "Wat is er?", vroeg ze. "We moeten Giovane helpen. Hij moet weg als hij ingereden is. Maar hij wilt bij Josias blijven.", zei Joven. Andessia schudde haar manen los. "Nou, dat is heel gemakkelijk, hoor. Als Josias er is, ben je braaf. Bij niemand anders." Giovane kon ook niet braaf bij een ander zijn. Josias vertrouwde hij als enige.


Giovane spitste zijn oren. Josias kwam aanlopen. "Giovane! Giovane! Ik heb geweldig nieuws!", riep hij. Giovane snoof. Andessia en Joven stonden nog op stal. Josias was vroeg opgestaan, om Giovane te verzorgen. Hij logeerde bij zijn oom, de eigenaar, of de gemene man die Giovane wou verkopen. Giovane werd mooi gepoetst. Hij keek naar Andessia. Ze was heel verdrietig. Haar baasje wou haar niet meer, omdat ze op wedstrijd het niet goed deed. Giovane was erachter gekomen dat Joven het paard wordt van Josias. Josias keek op zijn horloge. "Nog even wachten, lieverd." Giovane snoof. Moest hij weg? Nee toch? Joven en Andessia waren ondertussen ook uit de stal gehaald. Giovane spitste zijn oren. Hij zag een paardenbus stoppen. De paardenbus was een beetje aqua blauw van kleur. Manege de Paardenvriend stond er in mooie letters op, bij het logo. Uit de paardenbus stapte een jongen van een jaar of tweeëntwintig uit. "Kijk, Giovane. Dat is Charlie. Hij is eigenaar van Manege de Paardenvriend. Jij, Andessia en Joven gaan met hem mee. Maar ik ook! De manege ligt in Dorp de Vrije Vogel en daar woon ik! Charlie kan met jullie praten en helpt getraumatiseerde paarden. Verder geeft hij paardrijles, ook aan kinderen met een beperking. Leuk, hè. Kom je mee? Je met nu mijn paard!" Giovane ging graag mee. Op Manege de Paardenvriend had hij het erg naar zijn zin. Hij was ondertussen ingereden en kon dat heel goed! Andessia had ook weer een baasje, die bevriend was met Josias. Het broertje van Josias mocht vaak op Joven rijden. Josias reed gewoon met Giovane. Giovane vond het geweldig. Hij reed bijna altijd buitenritten en was dol op springen. Dat deden ze allemaal met een bitloos hoofdstel en een zadel met een elastische singel. Dat vond Giovane heel fijn. Josias deed verder met hem vrijheidsdressuur. Giovane kon dus ook steigeren op commando. Wedstrijden reden ze nooit, alleen in het bos. Dan galoppeerde ze zo hard als ze konden en de winnaar kreeg een ererondje door het open veld in het bos. Giovane won vaak. Andessia had geleerd om ook vies te mogen zijn. Giovane voelde zich een wild paard op een manege. Er was genoeg ruimte en ze stonden altijd buiten. Ze konden naar binnen als ze dat zelf wouden. Giovane was dolgelukkig. Hij duwde zijn neus in de haren van Josias, waardoor Josias moest lachen. "Lieve Giovane!"



12 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page